bataljons der 14de Brig, werd verdedigd. De Div.-cdt had intus- schen herhaald bevel gezonden naar de 13de Brig, om den nrarsch der infanterie zooveel mogelijk te verhaasten. Het wachten was dus op de hulp van de 13de Brig., welke echter uitbleef. De Div.-cdt, die tot dusverre in Ethe was gebleven, verliet nu het dorp, omdat hij daar zijn divisie niet leiden kon Hij het aan den generaal F., den cdt der 14e Brig, het bevel achter zoo lang mogelijk in Ethe stand te houden. Ieder begreep, dat dit de opoffering van de restanten der brigade beteekende. Men was echter bereid zich tot het uiterste te verdedigen. D,e D.iv-.:cdt ontsnapte ternauwennood aan den dood, doch wist dank zij zijn snelle paard, het Jeune Bois te bereiken. Van zijn staf werden enkele personen gewond, enkelen verloren hun paard. De generaal wist echter het dorp Gomery te bereiken, waar hij ver wachtte althans de 13e Brig, te zullen aantreffen. Groot was zijne verbazing toen hij deze brigade in vollen aftocht vond. In het kort zullen wij nagaan wat er was gebeurd. Toen het eerste bevel van den Div.-cdt om de infanterie snel te doen oprukken te Gomery werd ontvangen, bevonden zich daar twee compn van 101 R. I.; daarachter stonden op den weg naar Kuette twee afdn art.; daarachter stonden 1 bataljon van 101 R I en de drie bataljons van 102 R. I. Bij ontvangst van het bevel werden de twee dadelijk beschikbare compn door den Brig.-cdt in marsch gezet; de cdt van de art. (26 K. A.) kreeg bevel, opstelling te zoeken achter een rug ten W van Gomery en de vier bataljons ontvingen order hun marsch te'ver- naasten. Behalve de beide afdn van het 26 R. A. bevond zich bij Gomery ook nog het 44e R. (Korps) Art, dat achter de colonne aankwam daartegen echter vastgeloopen was en halt had moeten houden' Toen de reg.-cdt het vuur bij Ethe hoorde, zond hij een verbin dingsofficier naar Gomery naar den cdt van de 7de Div doch deze officier kwam terug met het bericht dat de generaal zich niet in Gomery bevond maar in Ethe ingesloten was. De kolonel besloot toen op eigen gezag te handelen en ging stellingen verkennen achter den rug ten W. van Gomery, waar hij de beide reeds vermelde afdeelingen van 26 R. A. reeds vond. Op dit oogenblik, terwijl ook nog een tweetal officieren van den staf van de 7de Div. om steun voor de 14de Brig, kwam vragen ontving hij een bevel van den cdt van de korpsart. om zijn re^' naar ten Z. van St. Mard (een dorp Z. van Virton) te dirigeeren. Hij zond daarheen twee afdn en twee battn, doch één afd en een batt. kwamen in stelling ten W. van Gomery. Tegen 9 v. kwam het laatste bataljon van 101 R. I. te Gomery beschikbaar en ontving bevel van den Brig.-cdt om deze plaats te beveiligen tegen bedreiging uit het N. O. Het 102 R. I, dat kort 106

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 32