34(5) le zin. Zal in het gevecht meestal niet mogelijk zijn, doch moet voor de gevallen, waarin het wèl mogelijk is, toch worden beoefend. blz. 32 noot. „en de linkerelleboog (vooral bij het schieten met karabijn) zoo noodig tegen de borst blijven steunen", blz. 33 (12) behoort Hst. Ill R. I. I. 46(3). De laatste 4 regels van het woord „gebracht" af zouden kunnen vervallen, als de noot op blz. 32 wordt gewijzigd, zooals door mij voorgesteld. 46(4). Zeer juist! Doch dan moet in 37(3) geen „2 a 3", doch „2 a 5" handbreedten staan! 46(5). Is die knieschijf-geschiedenis nu nog niet uit het V. S. verdwenen? (Ieder ga van de staande houding eens langzaam in de knielende over en voele dan, door de knieschijf te blijven aanraken, waar deze eigenlijk heen marcheert). Het overige van (5) behoort in 39 (7), dat van 46 (6) in 39(8) thuis. 46(6) met annex kraaltjes of spelden op 1 a 2 c. M. van de tromp (geweer in den aanslag), is heusch n i e t de methode, zoo als nu toch wel voldoende uit het meestal erbarmelijk schieten gebleken is. Neen, aan die touwtjes moeten figuuurschijfjes op li 10 van de ware grootte worden gehangen en de afstand, aan vankelijk 10 M., geleidelijk tot 30 M. (geweer) en 25 M. (karabijn) (zie 85) worden vergroot. Een tweede touwtje zal noodig zijn, om, door gaatjes van die schijfjes geregen, deze stil te doen hangen. Voorts zal de afstand tromp touw van 48(5) van de dikte van het touw moeten afhangen. Is dat touw 1 c. M. dik, dan wordt die afstand 100|50 2 meter; voor eiken in. M. touwdikte wordt de afstand 2 d. M. Voor nog geheel ongeoefenden beginne men, met dien afstand voor eiken in. M. touwdikte 1 d. M. te nemen, doch niet minder, want dan maakt men het den man veel te gemakkelijk en zijn de latere schiet- res uitaten slecht. 48(8). Het tusschen haakjes gestelde. Neen, natuurlijk is de korrel niet in de lijn oog doel, want er i s te voren geen doel. Het „jagerschot" bliksemsnelle aanslag, gevolgd door even richten en daarna schieten) wordt juist gedaan op onverwachts verschijnende doelen (zie 50 (10)). Daarom kan óók het z. g. „gezamenlijk vuur" soms jagerschoten vereischen en is de redactie van 8(2) niet juist (zie de door mij voorgestelde wijziging van 8 hierboven) (8) (9) (10) (11) (12) slaan blijkbaar alle op het z. g. „jager schot", weshalve nummering dezer alinea's verkeerd is. (12) zoude kunnen vervallen. De onderwijzer neme als mikpunt met steel (zie 48 (8) de door mij bij 48 (6) geadviseerde figuur schijfjes. (13) en (14) over te nummeren (9) en (10). 121

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 47