nationale leven zeer wel met elkaar verdragen, als maar de
panislamitische idee ter zijde wordt gesteld"
„La seule attitude qui convienne a un gouvernement sage et
juste envers l'lslam serait de lui garantir aussi strictement que
possible la liberté religieuse avec des réserves quant au
cóté politique du système musuiman" (2).
„Ieder kan het weten, dat ook onze Indonesische Moslims niets
anders dan Moslims willen zijn, dat elke politieke beweging bij
hen een Moslimsch karakter vertoont, dat wie hier en daar onder
hen met succes iets nieuws of buitengewoons predikt, dit steeds
doet met het voorgeven hun den waren Islam te leeren" (3).
Men vergelijke bovenstaand citaat met de volgende:
„Le musuiman, tout mauvais musuiman qu'il pourra être, ne
peut accepter sans abjurer une vérité de n'importe quelle nature
toutes les vérités sont religieuses pour les musulmans si elle
n'est pas islamisée, c'est-a-dire s'il ne lui est pas démontré qu'elle
s'appuie sur I'une des assises sacrées jetées par Dieu et son
prophéte", en verder:
„Le progrès est la loi de l'lslam. L'immobilité est condamnée
par Dieu et son envoyé. Mais le progrès doit se présenter sous
une forme islamiquement correcte pour devenir acceptable" (4).
Ten slotte nog een laatste citaat van Dr. Snouck:
„Dat bijna alle bewegingen, die men gevaarlijk acht voor de
klassieke Indische rust, van Moslimschen ijver uitgaan, is over
bekend. En de hemel beware er de oppervlakkige beoordeelaars
van den Oost-Indischen Islam voor, om van hem te moeten leeren,
dat waarlijk ook Javanen en Maleiers Mohammedanen zijn" (5).
Is het voldoende, of wil de heer Dixon nog meer citaten? Hij zal
wellicht aanvoeren, dat Prof. Snouck het geciteerde verzwakt, waar
hij de uitwerking van panislamitische invloeden h. t. 1. niet hoog
aanslaat en die zelfs onschadelijk acht, indien de Regeering met
kracht een associatie-politiek voert.
Sinds het verschijnen der onderwerpelijke brochure is het
panislamisme gelouterd en versterkt. Na aanvankelijk toenadering
tot Soviet-Rusland getoond en aldus, als van ouds, Rusland
tegen Engeland uitgespeeld te hebben, schoven de Turksche leiders
het nationalisme op den voorgrond, geheel in de lijn van den
Islam. Dit toch was geen nieuws onder de zon. Immers schreef in
1914 reeds Prof. A. G. P. Martin, hoogleeraar in het Arabisch en
de sociologie aan de Hoogere Handelsschool te Bordeaux (6):
„L'lslam n'est pas uniquement une religion comparable aux
christianismes modernes, c'est encore, indivisément et simultané-
ment, une société, unenationalité.
Ibid, p. 101. (2). Prof. Snouck in de Revue du Monde Musuiman
dd. 11-6-1911, p. 482. (3). De Atjehers 11, p. 308, The Achenese II, p. 281.
(4). Savvas Pacha, Etude sur la théorie du droit musuiman. Paris, 1892.
(5). De beteekenis van den Islam voor zijne belijders in O. Indië. (6). Évo-
lution économique, financière et politique, van 1-2-1914.
124