Et c'est de n'avoir pas percu ce point de vue, Ie seul vrai, celui qui inspire tous les musulmans, arabes, berbères, turcs, etc. etc. que partent toutes les difficultés qui assaillent notre établissement nord-africaiii et en assombrissent I'avenir. C'est d'avoir pris les musulmans pour des gens qui, tout en adorant Allah, peuvent être arabes, berbères, turcs et plus tardfrancais. L Islam est, non une religion, mais en propres termes une nationalité basée sur une religion. Et toutes les dissertations humanitaires ne peuvent rien contre cela. Constatez-le par la notation des diverses étapes suivies par nos sujets musulmans: 1. L'éveil éconoinique, 2. Le réveil religieux, 3. L'évolution sociale, 4. Le réveil nationaliste qu'a suivi aussitötl'adhésion au panislam- isme lequel n'est que le maintien de la loi fondamentaledel'Islam'h Men behoeft zelfs geen ernstige studie van de volksbeweging ten onzent gemaakt te hebben om de door Prof. Martin opgesomde etappen in Ned.-Indië terug te vinden. Het Panislamisme heeft o. a. de leuze „Azië voor de Aziaten" aangeheven en met succes. De Japansche Regeering benoemde in 1921 een vertegenwoordiger bij de Turksche, den heer Uchida, tevoren gezant te Stockholm. De nederlaag van Sèvres verkeerde in de overwinning van Lausanne. Men onderschatte de beteekenis hiervan niet. Zoowel in de dSr al-Islam als in de dar al-charb werkt de Islam op politiek gebied met vernieuwde kracht. Zoo verklaarde de sjeikh der machtige tarikat Sanoussiyya, geruimen tijd gast der Regeering te Angora, besloten te zijn het Turksche voorbeeld te volgen .De Mohamme- daansche wereld, gaat hij voort, zal zich volkomen vrij maken van de overheersching der Westerlingen. Goedschiks kan het geschie den, als de overheerschende Westersche volken zullen en willen inzien, dat zij die overheersching in een broederlijken bond en gemeenschap op gelijken voet voor beide partijen moeten omzet ten, of de nu aan hun gezag onderworpen Moslimsche volken ver der aan hun eigen lot en bescherming moeten overlaten. Anders kwaadschiks, maar vrij worden we. En de niet minder machtige tarikat Kadriyya kent geen andere leuze. Ten slotte zij verwezen naar een berichtje in de Pandji Poestaka van 2311'23, waarin wordt vermeld, dat den 7den October j. 1. Moslimsche zendelingen zich te Suez inscheepten met bestem ming Bombay met het doel gelden in te zamelen voor de Mesdjid oei Aqsa te Bait oei Moeqaddas. Deze zendelingen zouden daar het Khilafat-Congres bijwonen, zich vervolgens door Engelsch Indië naar Afghanistan begeven en van hier over Java naar China. Men weet, wat dergelijke geldinzamelingen beteekenen: zeker niet bevordering van den voor de Nederlandsche gedachte gewenschten ontwikkelingsgang. 125

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 51