Dit teruggaan moet gesteund werden van Pr. Kembang en r. vleugel van hfdwst lijn met ZM. vuur (zoo noodig indi rect). Het zal niet worden gelast, zoolang de 2e batterij nog op den Pr. Djati staat of bezig is met stellingverandering. Cdt. stootbataljon valt op eigen initiatief aan als vijand achterrand hfd. wst. strook heeft bereikt. Van voorste Cie mag alleen linker sectie worden teruggenomen, doch dan achter de andere langs naar Pr. Kembang tot ver sterking bezetting daarvan. Cdt. stootbataljon dient plan van actie bij mij in (opmaken in overleg Cdt. 2e batterij). Zoolang geen aanval volgt, om de drie dagen voorwaarts af lossen. Daarbij geen veranderingen in opstelling van voor ganger maken zonder mijn goedkeuring. 8. Munitieaanvulling: Art. Pr. Sirahsadi (pl. 2) Inf. hp. 613 (pl. 22 'M- 7. Verb. pl. Litjin (Z.) Conc. post pl. 3. Marschv. gew. blijven in Tjimalaka. Gew. paarden verzamelen Bab Pandeuj. 8. BT. voorste linie niet verder dan achterrand. BT. tweede linie bij de onderdeden. BT. derde linie en artillerie en genie idem. Alles steeds gereed om in 1/4 uur af te marcheeren. 9. Verbindingsaskunstweg naar Depokobs. post op Pr. Djati en bij ng Pr. Kembang. 10. Verpleging: afzonderlijk bevel. Legering in de stellingen. 11. Cdo. Posten: ABTjilimbangan. ACid. Bat. Cdt. I. Bangjabang. Bat Cdt, 11. Tjiboeëuk. Bat. Cdt. 111 Tjitimboen. De Det. Cdt. K. Schr. aan Bataljonscdten6 Cdt. Ml2 Cdt. A 11 vd8 Regts Arts1 Dets. Int1 Hfdkwartier3 Cdt. Ie Div1 Res. (1 voor Cav.)3 25. TOELICHTINGEN OP HET BEVEL. Wanneer detailzaken volgens vaste methoden geschieden, die in regle menten zijn vastgelegd kan het bevel belangrijk bekort worden. Men kan b. v. als overbodig beschouwen de veel geziene regel; „l. Van den vijand geen nadere berichten". Staat er niets omtrent den vijand, dan moet dit 131

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 57