het bewijs zijn dat de bevelgever daaromtrent ook niets weet. De uitdruk
king in 2b- „echelonsgewijze" behoort door een definitie uit de reglementen
een vaste beteekenis te hebben.
„Volgorde'' beteekent: van af 's vijands zijde.
Omtrent „rechts, links, voor, achter" Zie V. V. 39 (1).
Marcheeren „richting" x zegt men, als het onzeker is of x dien dag
nog bereikt zal worden. „Tot" x, als x het eindpunt van de marsch moet
zijn.
Eene colonne is een driesprong „voorbij" als de staart van de geheele
colonne daar passeerde. Voor het hoofd van een troep zegt men dus. „Zal
passeeren," „zal bereiken"
De voorhoede gaat 1000 M. „vooraf" beteekent, dat de voorhoede den
marsch regelt naar de hoofdmacht.
De hoofdmacht „volgt" op 1000 M. beteekent het omgekeerde.
„Toegevoegd aan" beteekent: tevens onder de bevelen van den Cdt.
aan wiens onderdeel de afdeeling wordt toegevoegd.
„Zal steunen", beteekent, dat de steunende afdeeling niet onder de be
velen van den Cdt. der gesteunde afdeeling staat.
Voorwaarts aflossen beteekent, dat het stootbataljon naar voren gaat,
het reservebataljon in tweede linie komt en het voorste daarna in reserve.
Aflossen in omgekeerde richting is natuurlijk ook mogelijk, doch zal als
regel geen toepassing vinden.
Pt 5. Dat de voorposten standhouden moet een wet van Meden en Perzen
zijn- Het behoeft dus nooit te worden gelast. Wel kan het bevel tot terug
gaan gegeven worden, zooals hiervoor reeds werd besproken. Het terug
gaan moet dan geregeld worden met het oog op den steun uit de hoofd
stelling.
Pt 9. Verbindingsas beteekent, dat langs die as de verbindingen door
de verbindingssectie van het regiment gelegd worden van voor tot achter
en dat de vertakkingen naar de commandoposten daarop uit komen.
Overeenkomstig de ligging van de hem opgegeven commandoposten
zoekt de Cdt. van de verbindingssectie de plaats voor zijn telefoon- en
seinposten. Wat verder te doen valt voor de verbindingen volge uit het
voorschrift verbindingsdienst.
Het zou te ver voeren, de handelingen van de verschillende ondcrdeelen
in details na te gaan. Echter mogen hier eenige algemeene opmerkingen
puntsgewijze volgen. Men kan die dan desgewenscht op de Krijgsspel-
kaart voor een willekeurig onderdeel toepassen.
I. Het bezetten van een stelling.
I. De geweergroep.
Na ontvangst van de opdracht geeft een groepscdt. zijnen
opvolger bevel de groep naar een bepaald punt te geleiden.
Zelf gaat hij snel vooruit om de juiste plaats te verkennen en
daarachter eene dekking te zoeken (op ongeveer 200 tot 100 M.),
te bezetten tijdens het voorbereidend vij. art. vuur
De sectiecdt. gaat de groepen langs en de groepscdt. doet
hem verslag van die verkenning, bezet na ontvangen goedkeuring
de stelling, doch als ieder zijn plaats weet, neemt hij de groep
weer terug in de dekking en zet een man op uitkijk. Deze dekt
en maskeert zich volkomen. Ook de stelling moet gedekt zijn
(luchtwaarneming). De aanslagen voor vuur in de verschillende
richtingen worden beproefd en het noodige graafwerk wordt
verricht.
Zie den bijgevoegden bruindruk van blad A III.
132