Div., 49 bataljons) door de passen bij Kroonstadt en den Bodza- pas. Dit leger had het geheele bekken van Kroonstadt, het z. g. Burzenland, bezet, zoomede het bekken van Haroniszik, en zou met vooruitgeschoven afdeelingen reeds bij Fogaras staan en ook met gedeelten het Geisterwald reeds gepasseerd zijn. Nadere berichten ontbraken echter. Aan de zijde der Verbondenen stonden daartegenover de le O- H. Cav.-Div. (4 regimenten) N. van de Alt, ongeveer in de lijn N. van Fogaras-Klein Schenk; voorts op de hoogten bij Glimboka, waar de divisie verbinding had met de uit 3 zwakke regimenten bestaande Duitsche 3e Cav.-Div., die weer verbinding had met den linkervleugel der 51e Honved-ïnf.-Div. 4- Het 3e Roemeensche Leger (7e, 8e, 9e en 19e Inf.-Div.) door de Gyimes-, Bekas- en Fölgyes-passen. Het zou verbinding hebben met den linkervleugel der Russen en met de voorste afdeelingen de lijn Mesterhaza LiVanfalva Parajd Szekely hebben be reikt. Tegenover dit leger stond de N. O.-groep van het le Oostenrijk - Hongaarsche Leger, dat langzaam terugweek. Tot deze groep behoorden de 39e en 61e Honved-ïnf.-Div., de 71e O. H. Inf.- Div. en de le Landstorm-Huz. Brig., waarvan de rechtervleugel verbinding doch geen nauwe had met de le O. H. Cav.- Div. Verder werd aangevoerd de 72e O. H. Inf.-Div. bij Szasz Regen, terwijl achter den rechtervleugel de Duitsche 89e Inf.-Div. zoo juist bij Maros Vasarhely was ontladen. De troepen bij Mehadia, Hötzing, Hermannstadt en Fogaras vormden de z. g. Zuidgroep van het le Oostenrijk Hongaarsche Het bevel over die Zuid-groep was eenige uren geleden over genomen door den commandant van het XXXIXe Res. Korps, Generaal von Staabs. Zij zouden met laatstgenoemd korps en het Alpenkorps, zoomede met de Duitsche 76e Res.-Div., waarvan vol gens berichten van Generaal von Staabs het vervoer reeds druk bezig was, het 9e Leger vormen. Tot de overname van het bevel door von Falkenhayn stond Generaal von Staabs onder de bevelen van den Commandant van het le Oostenrijkhongaarsche Leger. Van Karlsburg vertrok von Falkenhavn nu naar Hötzing. Hij trof den Generaal Sunkel bij Puj aan. De Duitschers hadden zoo inist Petroseny veroverd en de Roemenen schenen over de geheele linie terug te wijken. Generaal Sunkel had den indruk gekregen, dat de Roemeensche soldaat niet slecht streed. De aanvoering en leiding waren echter slechts zeer matig. Voor bedreiging van flank en rug toonde de leiding zich zeer gevoelig. Deze gebreken stijfden von Falkenhayn in zijn voornemen de oplossing van de taak van zijn leger te zoeken in den aanval. De 80

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 6