hooren onverbreekbaar bij elkaar, zij vullen elkander aan; wordt één der drie onderdeelen te stiefmoederlijk bedeeld, dan zal zich dit op het geheel wreken. Wat zal toch de waarde zijn van den troep, waarvan een groote vuuruitwerking kan uitgaan, wanneer de commandant van dezen troep, bij gebrek aan de noodige ver bindingen, niet weet op welke wijze, wanneer of in welke richting hij in het algemeen gevecht zal moeten ingrijpen?" De verbin dingstroepen zijn inderdaad half-combattanten, d. w. z. in de kritieke gevechtsmomenten mogen zij, indien geen verb.-op- dracht om onmiddellijke vervulling vraagt, niet schromen naar de wapens te grijpen, en zullen zij ook meermalen aan het persoonlijk ingrijpen van een aanvoerder verhoogden nadruk kunnen geven. Dit geval moet evenwel in vredestijd herhaaldelijk beoefend zijn en in de voorschriften worden vastgelegd. Bij de tijdens den wereld oorlog opgerichte verbindingsorganen ontbrak dit besef in vele gevallen. Zoo schrijft Jünger (2) over een gevechtsepisode tijdens den zoinerslag 1917 in Vlaanderen (22.7—17.9): „Beim Ueber- schreiten der Strasze stieszen wir auf die zweite Kompagnie, die zur Verstarkung vorgeschickt war. Nach kurzer Beratung beschlos- sen wir, stehen zu bleiben und den Gegner zu erwarten. Auch hier muszten wir Leute anderer Truppenteile, die den Rückzug eigen machtig fortsetzen wollten, zwingen zu bleiben. Besonders Artilleristen, Lichtsignalisten, Fernsprecher, u. s. w. "waren nur durch Gewalt zu der Einsicht zu bringen dasz unter diesen Umstanden auch sie sich mit einem Gewehr in die Schützen- linie zu legen hatten. Mit Bitten, Befehlen und Kol- benstösze schaffte ich mit Hilfe von einigen ruhigen Leute bald Ordnung". Bij de oplossing van het vraagstuk, hoe uit de voorhanden bouwstoffen in de verschillende gevechtsomstandigheden het be trouwbaarste verb.-systeem valt op te bouwen, dient eerst te wor den vastgesteld tusschen welke knooppunten de verb.-lijnen gelegd moeten worden, daarna uit welke verb.-middelen deze lijnen kunnen bestaan, m. a. w. eerst vraagt de tactische, daarna de technische zijde onze aandacht. De tactische grondregel voor het inzetten der verb.-middelen luidt, dat iedere staf verantwoordelijk is voor verbin dingen met de naast lagere staven en met den rechter nevenstaf. Blijkt deze verb, evenwel niet tot stand te komen of te zijn verbroken, dan moet ook de lagere staf alles doen wat mogelijk is, om de verbindingen blz^549an TareI °0fg' 6n °Pl' dSr Verb' troePen"' »Mil- Spectator 1922 (2). E. Jünger „In Stahlgewittern", Mittler, Berlijn 1922: blz. 133 160

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 14