Zichtbare teekens: op te leiden, alle officieren, on
derofficieren en manschappen, zulks bij de gewone oefeningen.
Bovendien rukken de verb.-secties met alle oefeningen in batal
jons- en hooger verband mede uit, terwijl in den overblijvenden
tijd de verb, manschappen als infanterist worden opgeleid.
Ad II. Uit de instelling van een commissie voor de berichten-
wisseling in het Ind.-leger (zie „W. J." 1922 blz. 193) blijkt, dat
het hier behandelde onderwerp reeds de aandacht van ons leger
bestuur heeft; de conclusies dezer commissie zijn ons evenwel
met uitzondering van het in „W. J." 1922 medegedeelde on
bekend.
Alvorens aan te geven, welke verbeteringen naar ons inzicht,
gegrond op de in bovenbesproken buitenlandsche voorschriften
neergelegde oorlogservaringen en rekening houdende met onze
eigenaardige toestanden, bij ons waren aan te brengen, dient eerst
met enkele woorden te worden aangegeven, wat wij thans reeds
aan verb. pers. en mat. per reg. infanterie organiek bezitten. Dit
is: Per reg.-staf: niets; per bat.: 8 seinploegen, waarvan 6
met vlaggen en calcium-carbid lampen (niet geschikt voor seinen
overdag) en 2 met vlaggen en spiegels, welke ploegen evenwel niet
organiek tot den bat.-staf behooren, doch naar behoefte uit de
compagnieën getrokken worden per compagnie: 1 tel.
patr. van 1 kaderlid en 6 man, met 2 toestellen, geschikt voor 4
verbindingen en 1 K. M. kabel, welk personeel ook weder niet tot
den staf behoort, doch uit de comp. gelicht moet worden (2).
Verder hebben de bepalingen betreffende het verkrijgen van den
graad van infanterist le klasse veroorzaakt, dat zich in den troep
een groot aantal als seiner en telefonist le dan wel 2e klasse opge
leide manschappen bevindt. De grondfouten dezer organen
zijn:
le. Het verb, personeel behoort niet tot de staven, doch is in de
sterkte der compagnieën als infanterist opgenomen. Daar in ieder
gevecht verbinding noodig is, althans daar op gerekend dient te
worden, moet het verb, personeel bij het aannemen der gevechts
formatie steeds uit de compagnieën worden gelicht, wat de sterkte
daarvan verzwakt en noodelooze wrijving veroorzaakt.
2e. De verbindingsdienst bezit geen éénhoofdige leiding; ieder
verbindingsorgaan, zelfs ieder onderdeel daarvan, staat op zich zelf.
De nadeelen hiervan zijn ad I reeds uiteengezet.
3e. Hoewel de telefoon van het regiment naar de bataljons
goede, van de bataljons naar de compagnieën minder goede en
van deze naar de sectiën geene resultaten belooft, bezit juist slechts
de compagnie tel. personeel en materieel (3).
Zie „R. O. S.", hoofdst. III.
(2). Zie „H. P T. I.", hoofdst. I en II.
(3). Zie voor de nadeelen dezer indeeling, in verband met onderhoud
mat., miin art. „I.M.T." 1922 Juli, blz. 43.
168