Verderop in het rapport wordt er op gewezen, dat bij het passeeren van de vele „dilapidated and heart-breaking bridges and culverts in which this country (Amerika............ en indie dan?) abounds" tractor-artillery ver in het nadeel is bij bereden artillerie, daar de tractor ten allen tijde met zijn groot gewicht, dat altijd meer zal zijn dan dat van een (desnoods uit elkaar genomen) stuk geschut, in zijn geheel op de brug komt te rusten „regardless of what may be its weight pressure per square inch of track". Dikwijls wordt betoogd, dat te velde de zorg voor motortractie- onderhoud minder groot is dan die voor onderhoud van paarden- materiaal. De Board wil dit niet tegenspreken maar wijst er op, dat bij mogelijk noodzakelijk minder goed onderhoud een motor het veel eerder aflegt dan het paard. Ten slotte zegt de Board nog in haar rapport: The motor is nothing but a mass of metal without life, which does nothing unless fed. The horse for a time will work without food; he has a life to give; and like the soldier, he gives it when called on to do so". In het bovenstaande is naar onze meening voldoende stof aan wezig om de conclusie te trekken, dat nog langen tijd ook voor onze Indische divisie-artillerie paardentractie als onmisbaar moet worden beschouwd en dat ook reeds een gedeeltelijk vei vangen der bereden artillerie door motorartillerie weliswaar als een onafwendbare noodzakelijkheid maar daarom niet minder als een te betreuren feit moet worden beschouwd, Wat betreft de eindconclusiën van het bovenaangehaalde rapport der Field Artillery Board betreffende de beproefde „self-propelled mounts" willen wij tenslotte vermelden, dat deze als volgt werden gestipuleerd: ,So far as divisional guns and howitzers are concerned there is no reason to even consider self-propelled mounts as substitutes for horse-drawn artillery or tractor-drawn artillery. In view of the promise given by light tractors as emergency prime powers for one-axle loads, such a substitution would be an act of folly likely to involve serious, if not fatal consequences". De Board adviseert om geen verdere proeven met „self-propelled mounts" te houden voorzoover het betreft divisie-artillerie en is van oordeel, dat misschien in de toekomst deze motoraffuiten bruikbaar zullen blijken voor luchtafweer- en antitankgeschut van licht kaliber. 181

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 35