6. MOET ONZE CAVALERIE LICHTER WORDEN? door M. Thomson. Wanneer wij de cavaleristische lectuur nagaan, welke na den nnH h!S vers,chenen> dan valt het ons op, dat patrouilles met opdracht van strategischen aard, in het algemeen patrouilles met een groote mate van zelfstandigheid op grooten afstand naar wmIp gezonden' niet de verwachtingen blijken te hebben vervuld en wellicht aHn^H' 6rVa" koesterde- Z'l' werden ten laatste - en wellicht al spoedig niet meer uitgezonden. De reden hier- Ts gaSanniesnea énendterh0eken d6, ro1' Welke de '"chtverkenning is gaan spelen, doch vooral ook hierin, dat zij aan kracht te Sen óeverr ZiChH i,1ZiC,,, 'e in 's vijands beS i'S Overal werden zij, voordat de mogelijkheid daartoe bestond, gestuit en grondig afgewezen. nmKr?tige ophelderingsafdeelingen zijn steeds noodig gebleken weken rerh u ^6lke nU eenmaal niet konden worden ont- vïrsneldere toevoeging van wielrijders, infanterie op versnelde middelen van vervoer, zware mitrailleurs en soms detachernenteni'pp de vermeerdering van vuurkracht dezer tachementen een vermindering van snelheid gepaard. De laatste moest worden opgeofferd aan de eerste. Verplaatsten die afdee- lingen zich met een snelheid van 5 K. M. per uur dan moest dat reeds een uitnemende prestatie worden genoemd. Onon- cnnrfit ageeren konden zij niet; voor hen was dat dan ook geen kracht nmSlne hqna n°"' W3nt zij' beschikten immers over vuur- kracht om zich door gevecht een weg te banen. Men bepaalde zich er evenwel nietToë7dë"vuurkracht të' vê?- ïe°lfgnnH toevoegi"g van andere Wapens, neen, ook de cavalerie van °nderSing verandering in de bewapening, werd voorzien van lichte en zware mitrailleurs, werd een zwaarder Wapen in het Teeken hï vlotheid" 0ok de cavalerie kwam dus ootrad of haar «i MVUUr?eVeChu te Staan; waar ziJ zelfstandig wnrHpn Weimg hulp van andere wapens kon worden gegeven, moest zij zichzelf in de gelegenheid stellen het vijandelijke gros nabij te komen. gelegenheid stellen, HJJaar blï dl,f al'es willen we op één omstandigheid de bijzon- wPikP t 3 i lestlfen' en wel °P deze> dat de cavalerie-patrouilles Jnndi nf t die krachtige detachementen werden uit gezonden om verkenningsresultaten te bereiken, zuivercava- beperkte strook^oHOK °eZe patrouilles' binnen een oeperkte strook tot 10 K. M. afstand vooruit, waren niet uitgerust met zwaar vechtmateneel, en vochten niet, althans vermeden 1 nZ

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 36