gasprojectielen. Gasalarm moet door slaginstrumenten worden
aangekondigd; blazen is uit den aard der zaak verkeerd.
Breekt de vijand tusschen de 2e en 3e sectie door, dan moet de
le sectie met geweer- en G.M.-vuur den rug der 2e beveiligen. Hier,
waar geen cies-reserve afgezonderd is, moet de vij. stoot worden
opgevangen door de verdieping van de weerstandsstrook, zooals
die door de 2e Cie gevormd wordt.
Gesteld, dat in het onderhavige geval de groepeering der com-
(3 - 21) le Cie 2 2—1
pagnieën niet was doch- 2e Cie i 1e Cie
dan zou de vraag kunnen opkomen of de rechter Cie al dan niet
een tegenaanval moet ondernemen op den in het linkervak door
gedrongen vijand. Men bedenke dan echter hoe de groepen over
een groote breedte zijn verdeeld (verdeeld moesten worden met
het oog op het vijandelijk vuur). Zij hebben een krachtig aanval
lenden vijand tegenover zich, wat het moeilijk maakt hen in een
nieuw front tot samenwerken te brengen.
Alleen de reserves gebruiken zou een druppelsgewijze verknoeien
van krachten worden. Men neemt door een dergelijken tegenstoot
sterke deelen uit zeker vak, zonder te weten wat er van terug komt,
zonder te weten of zij niet noodig zullen zijn in het eigen vak.
De tegenstoot moet snel volgen, vóór de vijand gelegenheid heeft
zich vast te zetten. Hij moet dus voorbereid worden. De daarvoor
bestemde afdeelingen worden op verkende plaatsen gereed gehou
den en de waarschijnlijke stootrichtingen worden aangewezen.
Deze worden zoo uitgezocht, dat zij op de moeilijk te verdedigen
deelen van het front binnen gedrongen vijanden in de flank grijpen.
Tegenstooten en tegenaanvallen moeten gesteund worden door
Z. M.-vuur en vuur van I. G., vak- en andere art.
Goed geregelde verbindingen (bij nacht ordonnansenketenen)
zijn daartoe noodzakelijk. De verbindingsofficieren der artillerie
behooren daarom in de voorste linie direct bij den Bat.-Cdt, niet
bij den Reg.-Cdt, te zijn.
Wij krijgen zoodoende de volgende verbindingen:
1. Verbinding van den Bat.-Cdt met de artillerie-onderdeelen, die
de nabijverdediging van het vak moeten ondersteunen.
2- Verbinding van den Bat.-Cdt met de voorste linie. Staan de
cieën naast elkaar dan zal er in den regel niet voldoende kabel voor
al die verbindingen zijn. Staan zij achter elkaar, dan kan de ver
binding door de échelons heen voeren. Eene reden te meer om de
cieën niet naast doch achter elkaar te plaatsen.
3. Verbinding van het voorste bataljon met het stootbataljon.
4. Verbinding naar den Regts. staf. Deze verbinding is schijnbaar
de voornaamste, inderdaad echter niet die welke het snelst moet
werken. Voor alles komt het aan op snel inzetten van de artillerie.
Daarna moeten eerst de beide voorste bataljons in actie zijn ge
komen alvorens de beurt is aan de regiments-reserve. Om &de
192