legeren. Evenmin als iemand het in zijn hoofd zal krijgen om in het Gooi.
het Kamper-eiland, West-Friesland, de Haarlemmer meer militaire veldpolitie
te werk te stellen
Maar wij protesteeren er met klem tegen, dat de civiele veldpolitie in
Indie verder wil springen, dan haar stok lang is. Dat men om dat doel te-
bereiken hier in Indië schermt met sophismen en drogredenen, welke ner
gens anders ter wereld opgeld doen."
Tenslotte na al deze meedoogenlooze critiek komt de schrijver tot de
volgende oplossing om uit het moeras te komen:
,,a) Breng de civiele veldpolitie tot redelijke en normale proporties terug,
zoodat er niet meer personeel wordt aangehouden, dan noodig is, om in de
als rustig bekende gebieden de politieoppassers bij de districts- en onder-
districtshoofden te vervangen door veldwachters van de veldpolitie. Oók
in de daarvoor in aanmerking komende streken van de buitengewesten.
Het spreekt vanzelf, dat men de politioneele opleiding en instructie, controle
en leiding door Europeesche instructeurs en inspecteurs zal moeten hand
haven.
b) Schaf de bereden veldpolitie, motorfietsen, zijspanwagens. karabijn
bewapening, overdreven kazerneering, enz. af, doch plaats daar, (óók in
de buitengewesten), waar al dat moois noodig is, in de bekende gebieden
van rampok- en bandieten-terreur, van struik- en straatroovers, van brand
stichters, van tuindiefstallen, e. d. afdeelingen maréchaussée's van het leger,
georganiseerd en geëncradeerd als in het moederland (dus ook met politi
oneele opleiding etc
Reeds in 1911 schreef de heer Lamster in de Indische Gids een artikel
van dezelfde strekking. Doch sedert werden millioenen uitgegeven, die
beter besteed hadden kunnen wordenhet leger, zegt schr., werd noode-
loos en doorloopend op een grievende wijze gepasseerd, om ten slotte te
bereiken den toestand van 1924.
Zeer sceptisch staat hij tegenover de mogelijkheid van verbetering in
de toekomst.
Laten we hopen, dat eindelijk ook hier in lndië de elders algemeen erkende
beginselen zegevieren.
Bk.
11. ORGAAN N. 1. O. V. FEBRUARI-NUMMER.
Luitenant van_ der Beek maakt in dit nummer een aanvang met eem
„Beknopt overzicht van de militaire ontwikkeling van Japan tot 1868."
Voor het begrijpen van het tegenwoordig Japan is het van groot belang,
een inzicht te hebben in de wijze, waarop gedurende eeuwen van burger
twisten het militaire element de overhand heeft gekregen en gehoucfen
verder in de opvattingen van den Japanschen krijgsman, welke in een
soort van eerecode, bushidö genaamd, zijn neergelegd. De bushidó toch
dient den Japanschen soldaat nog steeds als maatstaf bij de beoordeeling
van zijn gedrag; wel is waar wordt door sommigen beweerd, dat bushidó
als code een uitvinding is van lateren tijd, opgesteld ter verheerlijking
van den krijgsmansstand, doch wat daarvan ook moge wezen, het is wel
zeker, dat de invloed van die regelen nog immer zeer groot is. De mo
derne toestanden laten wel is waar strikte doorvoering ervan niet meer
toe, doch hoe „Westersch" een Japanner soms ook moge schijnen, veelal
ziet men hem in gewichtige oogenblikken toch „terugvallen" in zijn eigen
aloude opvattingen. Men moet daarop steeds bedacht zijn.
Schr. haalt eenige spreekwoorden aan, waaruit blijkt, hoe hoog de stand
der samurai, niettegenstaande zijn uitersten eenvoud en soberheid, soms
200