206 eenige malen een kapitein der infanterie, die verklaarde nog nooit een schot door artillerie te hebben zien afvuren! Artilleristisch Tijdschrift (Bijlage Mavors December 1923). Luitenant Mijksenaar vervolgt zijn artikel over cirkel-hoekmeters, kapitein Schil derman het zijne ovei „Eenige toepassingen der schietregels voor veld geschut", waarbij o. a. ook een voorbeeld wordt behandeld van het gebruik der z. g. merkpunten voor de samenwerking van infanterie en artillerie bij het aanvallend gevecht. Bk. 13. OVERZICHT BU1TENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. Revue Militaire Suisse. December. In deze aflevering vinden we een zeer belangiijk artikel, getiteld: „L'armée et la crise intérieure, 1914-1919". Hierin wordt behandeld de geest van het Zwitsersche leger gedurende en onmiddellijk na den oorlog. We zien er uit, dat men daar de zelfde on dervindingen heeft opgedaan als in Nederland Aanvankelijk een schit terende plichtsbetrachting onder den indruk van het dreigende gevaar, daarna eene verslapping doordat er niets gebeurde, ten slotte een ontevreden geest als gevolg van anti-militair gekonkel en van „le cafard". Duidelijk wordt de funeste rol geteekend welke anti-militairisten, paci fisten, deserteurs en buitenlandsche dienstweigeraars speelden door in de kantonnementen de ontevredenheid der soldaten op te wekken met praatjes en verdichtsels. Ook in de treinen, welke de verlofgangers vervoerden, bevonden zich altijd van die welsprekende lieden, die de menschen ophit sten tegen hunne officieren en tegen den dienst. Bovendien griefde het de verlofgangers, te zien hoe koeltjes zij werden ontvangen, terwijl geïn terneerden met bloemen en gejubel werden begroet. De Zwitsers schijnen toch nog meer op Nederlanders te lijken dan we wel gedacht hadden. Een tweede belangrijk artikel is dat, beschrijvende de „Projectiles de bombardement aérien". Schweizerische Vierteljahrsschrift führ Kriegswissenschaft. Heft 4. Uit dit tijdschrift vermeiden we een artikel „Soldatengeist in Deutsch-Ost- afrika" door den bekenden generaal Von Lettow orbeck. De schrijver wijst er op dat de verwonderlijke successen van de Duitsche troepen in Afrika niet mogelijk zouden zijn geweest wanneer deze niet een zeer hoog moreel hadden gehad. Welsprekend schildert hij de invloeden welke op den krijgsman inwerken en hem slingeren tusschen daden van grooten moed en plichtsbetrachting aan de eene en daden van wankelmoedigheid en plichtsverzaking aan de andere zijde. Ook de Afrikaansche troepen hebben in moreel opzicht hunne „Höhen und Tiefen erlebt" zooals hij zegt. De Schutztrupp ging den oorlog in met vele goede eigenschappen, maar ook met aanzienlijke gebreken. Ervaring, anders dan tegen e:n zeer inferieur bewapenden tegenstander, ontbrak. Het succes bij Tanga heeft een groot gevolg gehad. Het vertrouwen in de bevelvoering, in de bewapening (vooral in de gms) en in de eigen kracht was in eenmaal gevestigd. Belangrijke mededeelingen zijn er in het artikel nog te vinden over het soldatenmateriaal, de aanvoerders, de organisatie, de soldatenvrouwen en de toestanden „achter het front". Revue d'Infanterie. December. Als eerste artikel vinden we „Les coups de main et les raids au cours de la campagne de 1914-1918. Deze hadden in het algemeen tot doel: Gevangenen te maken om inlichtingen te krijgen over de omstandigheden bij den vijand; het moreel van den vijand te schaden door onrust te verwekken in zijn loopgrapen; op bepaalde punten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 60