Onder de beëindigde proeven vinden we: Divisional Tractors. Drie typen 2/2-tons tractors zijn beproefd geworden Oordeel van de Boa<*d- dat- „either of the models with proper modification, could be used for divisional artillery, but would be less satisfactory than portée artillery using trucks for easy going and light tractors for difficult going". Reconnaissance Tractors. Twee typen, een van 360, één van 720 KG. werden beproefd, beide voorzien van waterdichten alumium-mantel, een schroef en een roer voor vervoer te water, wielen met rubberbanden en een Chase track (soort rupsband) voor vervoer te land. Geen van beide types voldeed. Signalling panels voor het seinen van den grond naar vliegmachines. De Board stelde vast dat in alle soorten van terrein, mits niet besneeuwd het wit de meest zichtbare kleur was, op lichtbesneeuwd terrein het oranje. Voorgesteld werd seinlappen in te voeren oranje aan de eene wit aan de andere zijde. Van de nog niet beëindigde proeven vermelden we die met een spreidaffuit en die ten behoeve van de tadio-verbindings- middelen voor mobiele artillerie, in het bijzonder of radiotelegraaf dan wel radio-telefoon ingevoerd zal worden. Wissen und Wehr Viertes Heft. December 1923. „Die Auswirkungen der ersten Marne-Schlachtdoor Oberstleutnant A. D. Müller-Loebnltz Schrijver beschouwt de in dien slag aan beide zijden gemaakte fouten en fantaseert hoe het anders had kunnen loopen, indien aan één der beide zijden een veldheer bij Gods genade de leiding had gehad. Hoewel weinia voelende voor die strategie a posteriori, moeten we toegeven dat zijne beschouwingen over 't algemeen steek houden, en dat inderdaad een zich met overwonnen voelen op den 9en September voor de Duitschers waar schijnlijk voor hen geleid zou hebben tot een overwinning aan de Marne dat daarentegen een krachtige, onmiddellijk ingezette vervolging den geal lieerden een volkomen overwinning had kunnen bezorgen. Muller Loebnitz ziet zelf in, dat, gegeven de toes'and der Fransche en Engelsche troepen na hun „overwinning" die door hen zelf in den beginne nauwelijks als zoodanig werd gevoeld, het uitgeven van een vervolgingsbevel in grooten stijl „kaum mehr als eine schone Geste gewesen ware" Terecht is hii van oordeel, dat men Joffre niet kan verwijten datgene te hebben nagela- na de Mosk°wa, Frederik de Groote na Zorndorf en Moltke na Koniggratz geen kans hebben gezien. Het artikel maakt, zoowel waar het de handelingen van de eigen oartii als die van den tegenstander betreft, een objectieven indruk. Hauptman Miiller behandelt „Marokkos militar politische Bedeutung für rrankreich Hierin worden ook besproken de ervaringen in het Fr. leger met gekleurde troepen. Wij cileeren: „Die Farbigen haben sich als sehr gute Soldaten erwiesen allerdings-nach den Erfahrungen des Weltkrieges nur, wenn Sic weisze Offiziere und einen starken Stamm an weiszen Mannschaften haben Indochinesen und Madagassen sind hervorragend brauchbar als Artilleristen, erstere finden wegen ihrer Geschicklich- i »alUCh, vle^ckl bei Kraftwagenformationen Verwendung. Senegalneger und Marokaner haben sich besonders im Angriff bewahrt'k Dat, alhoewel Duitschland door den wereldoorlog zijn machtspositie in het Oosten geheel verloor, daar te lande de gebeurtenissen rondom den Stillen Oceaan met aandacht worden gevolgd zien we uit het artikel Die Probleme der Pazifik" van Hauptmann Dr. Richard Speich. Hierin komt o-a- y°°r: „Wmhtiger noch wie der französische ist für die Fragen der ,..az,'. ber Niederlandische Kolonialbesitz. Die reiche Inselwelt Nieder- iandisch-Indiën 1st der wertvolle Rest eines einst groszen Kolonialreiches aus der Zeit, als die Niederlande die eiste Seemacht der Erde waren. Es hat besonders nach dem Russisch-Japanischen Kriege in Japan nicht an Stimmen gefehlt die sich dafür einsetzten den Niederlandern ihre Besitzungen zu rauben en verderop: „Ebenso überraschend wie der Singapore-Plan war auch kurzlich das Verlangen der Niederlandischen Regierung die Ausführung des im vorigen Jahre aufgestellten Flotten-Bauprogramms im Hinblick auf 210

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 64