Daarom besloot hij, den aanval den volgenden dag door te
zetten. Het cavalerie-korps moest een kleine afdeeling bij La
Cetate laten en al zijn krachten wenden tegen het 2e Roemeensche
Leger. Aan dat korps werden toegevoegd de troepen der 89e Div.,
welke aanvankelijk ter beschikking van den commandant van het
XXXIXe Res.-Korps waren gesteld (landweer-regiment No. 8 en
1 afd. veldhw., zie bl. 20); zij werden gedeeltelijk met vrachtauto's
vervoerd naar Leschkirch en Agnethlen; gedeeltelijk marcheerden
zij daarheen.
Aan het le O.-H. Leger werd verzocht, de 71e Div. niet
achter de Kokel terug te trekken, maar haar te laten, waar zij
was. In het uiterste geval moest zij voet voor voet met den rechter
vleugel tot Henndorf terugtrekken, waar zij tot het uiterste moest
standhouden.
De volgende dag bracht den troepen een verrassing. Men vond
geen vijand meer, alleen de bewijzen van zijn volledige oplossing.
In de wouden zwierven nog slechts vluchtelingen. Ook de cavalerie
bij La Cetate berichtte hetzelfde. Van het Alpenkorps werd een
melding ontvangen, dat den 28en in den namiddag alle aanvallen
hadden opgehouden, zoodat von Falkenhayn thans aannam, dat
dat korps nu ook alleen in staat zou zijn, de aanvallen uit het Z. af
te slaan.
Van het cavalerie-korps werd bericht ontvangen, dat de Roe
menen bij de Kercesora schenen terug te trekken.
Zoo had het 9e Leger een groote overwinning behaald. De
Roemenen hadden bijna al hun artillerie en voertuigen verloren
en zware verliezen geleden.
Den grooten straatweg hadden zij bij hun terugtocht niet kunnen
gebruiken. Langs een den Duitschers onbekenden colonneweg,
welke de Roemenen hadden aangelegd van N. van het station Riu
Vadelui over de Pleasa-hoogte en langs de Mormonta-hoogte naar
den straatweg Caneni Orablesti Gaujani, waren zij terug
getrokken. Eerst door de bezetting van het dorp Roter Turm op
29 September des namiddags was ook de colonneweg afgesloten.
Verder hadden zij gebruik gemaakt van een pad, dat boven de
Kaiserbrunnen van den straatweg afslaat en eveneens naar Pleasa
voert. Het bataljon, dat den straatweg bij de Kaiserbrunnen had
af te sluiten, was spoedig door de Roemenen teruggedrongen.
Versperring van den straatweg was niet mogelijk geweest, doordat
de troepen te weinig springmaterialen met zich voerden.
Hoe moeilijk het is den toestand bij den vijand te onderkennen,
wanneer geer. directe verbinding met alle eigen troepen bestaat,
blijkt wel uit het vorenstaande.
Klaarblijkelijk is echter na het beëindigen van het gevecht op
28 September de voeling met de Roemenen slecht onderhouden,
een fout, waartegen de reglementen en voorschriften blijkbaar
steeds tevergeefs waarschuwen.
153