Ook dit gevecht is weer een voorbeeld van het overwicht, dat een stoutmoedige aanvaller spoedig over een moreel zwakkeren vijand verkiijgt. Gebruik makende van de ontdekte zwakheden bil de Roemenen wordt een aanval op een dubbele overmacht ^elast in twee gescheiden groepen, die elkaar niet onmiddellijk konden steunen, een aanval, die succes had door de onvoldoende oefenin^ in het^ leiden van afdeelingen van eenige sterkte onder het vuur des vijands, maar bovenal door de overgroote voorzichtigheid en besluiteloosheid der Roemeensche hoogere leiding. Technisch bleken leiding en aanvoering niet te voldoen aan de daaraan te stellen eischen, moreel was zoowel de lagere als de hoogere en vooral de hoogere leiding zwak. 'Angstvalligheid en besluiteloos heid zijn wel de grootste gebreken in een aanvoerder. Daardoor wordt hij onderworpen aan den wil van de tegenpartij. En de strijd is er een tusschen twee willen. De sterkste wil overwint omdat hij den vijand intimideert en tot opgeven noopt, waar zulks nog met noodig is. Deze gebreken bleken ook later herhaaldelijk bij de Roemenen. Zoo bij Kroonstadt. (Wordt vervolgd). '2.. de verbindingsdienst in het regiment, door M. R. H. Calmeijer. In voorgaande artikelen had ik meermalen gelegenheid te wijzen op de onvolkomenheden, die het verbindingswezen ten onzent nog aankleven en op het oneconomisch gebruik, dat daardoor gemaakt wordt van de weinige verbindingsmiddelen, waarover onze infan- tene-eenheden beschikken De punten 187— 189, waarin het „u. V I 23 de verbindingsdienst samenvat, hebben hierin geen wezenlijke verandering gebracht en een bespreking van dit onder werp is te meer aantrekkelijk, daar 'hier zonder kosten een groote verbetering bereikt kan worden. Dat de verbindingsdienst bij ons de kinderschoenen nog niet ont wassen is, vindt naar mijn meening voor een groot deel zijn oorzaak in den twijfel, dien velen koesteren ten opzichte der mogelijkheid om bij den bewegingsoorlog in onze terreinen hiermede behoorlijke resultaten te bereiken. Men wijst meermalen op het falen van dezen diensttak in het begin van den wereldoorlog, doch vergeet dan dat de werkelijkheid ook aan andere zaken hoogere eischen bleek te stellen, dan men zich in vredestijd had voorgesteld, hetgeen echter nimmer een reden mag zijn tot verwaarloozing, doch fnte- g el moet prikkelen tot pogingen, om ook aan deze eischen „I.M.T." 1922 Juli blz. 39; 1923 blz- 175 en 406 154

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 8