Verder moest het korps den volgenden morgen te 6 v. m. zich voor een afmarsch gereed houden. Het Cav. Korps kreeg bevel in O. richting te vervolgen met slechts 1 brigade, welke de Roemenen moest beletten naar het N. of Z. af te buigen, met de beide andere brigades echter op te rukken naar den straatweg Szekely Udvarhely Czik Szereda. Het 1ste O.-H. Leger moest verder in O. richting doorrukken. 8 October werd het gevecht van het XXXIX ste Res. Korps voortgezet. De in Kroonstadt binnengedrongen afdeelingen van de 187e Div. hadden gedurende den geheelen nacht een harden strijd moeten voeren en verscheidene krachtige tegenaanvallen te ver duren gehad. Des morgens te 7 u. had de 51ste Honved-Div. haar gesteund door de bestorming der hoogten W. van de stad. De hardnek kige tegenstand der Roemenen was echter oorzaak, dat de aanval slechts langzaam vorderde. Bij de 76e Res. Div. had de aanval succes. Onder den druk van de over Zernesti gezonden afdeeling en het vuur der zware artillerie, die bij den boschrand in stelling was gebracht, terwijl mede waarschijnlijk de Roemenen kennis hadden gekregen van de aankomst van de 8ste O.-H. bergbrigade met haar voorste troepen over het gebergte W. van Zernesti, trokken de Roemenen zich langzamerhand van den D. Musceluluj terug. Intusschen was bij de 51ste Honved-Div. en de 187e Div. de toestand niet zoo gunstig. Van laatstgenoemde divisie kon de linkervleugel in de vlakte N.W. van Mehkertek geen vorde ringen maken. De naar Petersberg op 7 Oct. afgezonden flank dekking kon evenmin vooruit. De tegenover genoemde troepen aanwezige vijand werd op meer dan 1 divisie geschat. Later bleken hier deelen van de ter versterking afgezonden 21e en 22e Div. in gevecht te zijn gekomen. De Div. Cdt. wierp alle beschikbare Inf. troepen en ook de nog in de hand gehouden deelen der art. in de richting Petersberg in het vuur. Ten koste van zware verliezen gelukte het in het algemeen de ingenomen positie te behouden. De artillerie, waarop bij de betrekkelijk geringe sterkte der Inf. de hoofdlast van den strijd rustte, had een zeer zware taak, die zij slechts ten koste van veel verliezen en met veel moeite kon vervullen. Hier was de aanvaller door de Roemeensche overmacht in de verdediging gedrongen. Echter was dit voor den algemeenen toestand niet ongunstig, want hoe hardnekkiger de Roemenen hier stand hielden hoe meer troepen zij daartoe hier moesten binden, hoe meer succes ook was te verwachten van een aanval van het 1ste Res. Korps. Tegen 9 u. v. m. kreeg von Falkenhayn, die zich op de kerk toren van Zeiden bevond, van waar hij goed overzicht over het terrein had, bericht, dat nieuwe Roemeensche versterkingen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 17