door Honigberg kwamen oprukken. Thans was het tijd het lste Res. Korps in beweging te stellen, wilde hij niet de kans loopen, de 187e Div. geslagen te zien, voordat genoemd korps gereed was in te grijpen. Aan Generaal von Morgen werd nu bevel gezonden met de 89e Div. van Marienburg over Brenndorf aan te grijpen en de over Köpecz naar het Z. reeds afgemar cheerde 71e Div. naar Arapatak aan te trekken. Doordat de marschweg niet tijdig verkend was, ondervond de 89e Div. veel vertraging door afgebroken bruggen. Evenzoo gelukte het de Roemenen door zwakke afdeelingen haar meer malen tot ontwikkelingen op vrij groote schaal te brengen en daardoor weer tijd te winnen. Daarbij kwam de vermoeienis der voorgaande dagen, die zich nog liet gevoelen de divisie bestond uit oude landweerplichtigen uit Berlijn en omgeving, voor wie het voortdurend op en af van het bergland van Zevenburgen, gevoegd bij onvoldoende nachtrust en verpleging, een dubbel zware inspanning was. Eerst bij het invallen der duisternis was de divisie Brenndorf voorbij. De toestand der troepen verbood, haar des nachts nog verder te laten oprukken. Van den voorgenomen omvattenden aanval, welke de Roemenen moest vernietigen, kwam dus op dezen dag niets Het langzame oprukken der 89ste Div. had ten gevolge, dat de 187e langen tijd alleen den aanval der Roemenen had tegen te gaan. In het algemeen kon zij dien aanval afslaan, doch op enkele plaatsen moesten de Duitschers over korten afstand terug. Een tegenaanval der Roemenen op den rechtervleugel der 187e Div. richting Mehkertek werd teruggeworpen door het in Kroonstadt doorgedrongen regiment van die divisie, dat daaruit op initiatief van den Reg. Cdt. uitbrak, toen de voorste afdee lingen van de 51ste Honved-Div. de stad binnendrongen. Bij Petersberg schijnen de Roemenen niettegenstaande hun overmacht door een paniek bevangen te zijn geweest. Daaraan toch moet het worden toegeschreven, dat zij, nadat hun aanval was afgeslagen, en hoewel zij de Duitschers beletten door te dringen, een vrij groot aantal stukken (20) geschut in het veld lieten staan. De oorzaak er van zal moeten worden gezocht in de groote verliezen, welke zij leden, en welke weer het gevolg waren van minder goede gevechtsleiding. De groote overmacht, die de Roemenen tegenover den linker vleugel der 187e Div. bezaten, benutten zij niet om dien vleugel door een omvattenden aanval in te drukken en te ver nietigen. Zij waren er alleen op bedacht innige aansluiting te zoeken met de meer Z. staande deelen van het 2e Roemeensche Leger, waardoor een langer front werd verkregen, maar waardoor de aanvallen ook steeds alleen op het front der door de Duit schers ingenomen stelling plaats hadden. Verscheidene aanvallen werden gedaan en afgeslagen, totdat de troepen niet meer vooruit 232

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 18