ling meer van den straatweg van Szekely Udvarhely kunnen afsnijden. Zij kregen last om den snel naar Czik Szereda terug- trekkenden vijand te volgen. De andere brigade (3 regimenten, de z. g. 3e Cav. Div. vormende) was N. van Baczon aange komen. Met de terugtrekkende Roemeensche cavalerie had zij nauwelijks voeling gehad. Zij kreeg bevel over Sepsi Bükszad en Mikonjfalu richting Ojtozpas verder door te rukken. Des avonds laat kreeg von Falkenhayn van de opperste oologs- leiding bericht, dat niet de 7e, noch de 11e, doch de 12e Beiersche Div. ter versterking zou aankomen. Hij bepaalde, dat zij in Schaszburg zou worden uitgeladen en daarna richting Heviz afmarcheeren. Daardoor was het mogelijk haar te gebruiken hetzij Z. van Kroonstadt, hetzij tegen den Ojtoz-pas. Daar de spoorbaan Hermannstadt—Fogaras nog niet weder in gebruik kon worden genomen, kon de divisie alleen met het spoor door het dal der Gr. Kokel worden vervoerd, die tot Schaszburg gebruikt kon worden. Vandaar de uitlading in deze plaats. Ook werden nieuwe instructies ontvangen, waarbij er op werd aangedrongen de Roemenen krachtig te vervolgen. Hierbij greep de opperste oorlogsleiding in de bevoegdheden van von Falken hayn in, door de Z. grens van het operatiegebied van het le O.-H. Leger aan te geven. Daarvoor werd aangewezen het Uzdal. Terecht teekent von Falkenhayn aan, dat dit verkeerd was, daar in het gebergte nimmer dalen, waarin wegen loopen, als grens mogen worden aangewezen, wel bergkammen. Om de Russen te verhinderen de Roemenen in de Transsyl- vanische Alpen te steunen, werd bevolen sterke infanterie- en cavalerie-afdeelingen naar Oena in het Trotus-dal te zenden. Zij moesten de in Moldavië N.-Z. voerende verbindingen verbreken. Voor het geval het le O.-H. Leger den grenskam van de Woudkarpathen zou bereiken, zou het 9e Leger over de Trans- sylvanische Alpen naar Roemenië doordringen. Het zwaartepunt lag in den linkervleugel, die in de richting Boekarest moest doornik ken met sterke beveiliging naar het N. O. De door von Falkenhayn gegeven bevelen kwamen met deze instructie in het algemeen overeen. Slechts had hij bezwaren tegen het afzenden van sterke troepen door de Ojtoz-pas naar Oena. Zij zouden bij de beslissing ontbreken, daarentegen veel moeilijkheden bij den marsch naar Oena ondervinden. Beter zou het zijn geweest niet meer krachten dan noodig waren naardien pas te zenden met het doel hem af te sluiten. 9 October ging von Falkenhayn weer naar het gevechtsterrein na eerst Generaal von Morgen te hebben opgezocht, om een krachtiger ingrijpen van het le Res. Korps te verkrijgen. Intusschen bleek, dat de Roemenen reeds in den nacht waren afgetrokken in de richtingen Predeal-, Altschanz-, Tatorhavas-en Bodza-pas. Zij hadden zware verliezen geleden aan menschen en> 234

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 20