ook dat in casu de in vele gevallen aan te bevelen omvatting geen betere oplossing van het vraagstuk zal geven. Maar wat leert de studie van de kaart nog meer? Wel, in de eerste plaats, dat waar het terrein ongunstig is voor een aanval in front en voor een omvatting, het terrein bijzonder gunstig is om den Zuidrand van Bandoengan melajoe met een geringe macht vast te houden. Het constateeren van dit feit leidt van zelf tot de overweging of dan toelaatbaar is daartoe te besluiten om, in verband daar mede, met het grootste deel van de macht een omtrekking uit te voeren over SoekapoeraTjakoeng. Ik geloof, dat in dit geval de kaart leert dat die oplossing alle aanbeveling verdient en geen niet te aanvaarden risico op levert, dat de frontgroep zal worden geslagen, voordat de om trekkende troepen zich zullen kunnen doen gelden. En wat zou de kaart leeren, wanneer de strook Soekapoera Tjakoeng nog een flink eind meer naar het Oosten lag, de om trekking daardoor veel tijd zou eischen, terwijl de opdracht van het detachement niet zou toelaten een groot tijdverlies te aan vaarden Dan zou een aanval over het open terrein moeten worden aanvaard en zou de studie van de kaart leeren dat die aanval zoo goed als niet gesteund zal kunnen worden door de eigen artillerie, daarentegen wel veel last zou kunnen hebben van de vijandelijke artillerie en, in verband daarmede dat de aanval zal moeten geschieden in een vorm, die, zelfs meer dan normaal, den vijand zal dwingen zijn Art. vuur over kleine, verspreide afdeelingen te verdeelen, c.q. zich te beperken tot het bevuren van enkele dier onderdeelen. Dit wat betreft den invloed van het terrein op het gevechtsplan. Thans kunnen we dus overgaan tot de bespreking van den reeds gememoreerden vierden eisch, dat de oplossing van ge beurlijk zich voerdoende taktische vraagstukken eischt het scherpen van het taktisch inzicht der deelnemers tot een graad, die hen in staat stelt van elk taktisch vraagstuk, als antwoord op de vraag „waar gaat het om" het karakteristieke, het kenmerkende te onderkennen, en op die beantwoording als basis een besluit te nemen. Waarom is het noodig, zoodra men voor de oplossing van een taktisch vraagstuk 'wordt gesteld, zich goed rekenschap te geven van het kenmerkende van dat vraagstuk? In de eerste plaats, omdat daardoor mogelijk wordt met be slistheid een besluit te nemen. Dit weer geeft zelfvertrouwen, waarvan de onmisbaarheid reeds eerder werd besproken. Boven dien bedenke men, dat indien de gegeven taktische toestand zich wijzigt, hetgeen geleidelijk, doch soms ook vrij plotseling plaats heeft, men aan de aanvankelijk gegeven beantwoording van de vraag: „waar gaat het om?" een stevig houvast heeft 255

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 41