DEPARTEMENT VAN OORLOG Vilde AFDEELING A GENERALE STAF No. 130/VII A. Hoofdkwartier BANDOENG, den 20en Januari 1923 In afwachting van het verschijnen van een nieuw M.V. worden thans reeds langs dezen weg de daarin vast te leggen grondslagen bekend gesteld. In 't algemeen behoort bij de tactische vorming van onze officieren het hoofddoel te zijn, hen geschikt te maken voor hunne taak in oorlogstijd, d. w. z. hen zoodanig te leiden en te oefenen, dat zij op elk terrein van actie in staat zullen zijn, de alsdan zich voordoende tactische vraagstukken op rede lijke wijze op te lossen. Behalve op de ontwikkeling der militaire vakkennis moeten leiding en oefening gericht zijn op de ontwikkeling van moreele eigenschappen, w. o. in de eerste plaats te noemen: besluit vaardigheid. Deze is echter niet te verwachten waar geen zelfvertrouwen bestaat. Hoe dit alles langs eenvoudigen en rationeelen weg zal kunnen worden nagestreefd, is in de hierondervolgende bespreking van de drie soorten van oefeningen nader uiteengezet. In het algemeen kan worden gezegd, dat het meeste nut wordt getrokken uit die oefeningen, waarbij de Leiding de tactische toestanden schept; het minst wanneer die toestanden hun ontstaan geheel te danken hebben aan de handelingen van tegenover elkaar gestelde partij-commandanten en scheidsrech terlijke beslissingen, en zulks omdat dan het meest leerzame veelal niet tot z'n recht komt. a. Tactische oefeningen op de kaart hebben inzon derheid ten doel het tactisch inzicht der deelnemers te ontwikkelen en te scherpen, m. aw. bij hen de vaardigheid aan te kweeken in het onderkennen van het karakteristieke, het ken merkende van een bepaald tactisch vraagstuk als antwoord op de vraag„waar gaat het om alsmede in het dienovereen komstig nemen van een besluit. Voorts geven deze oefeningen gelegenheid tot beoefening van de bevelstechniek door het genomen besluit te doen omzetten in een bevel. Vooral zullen daarbij die gevallen zijn te beoefenen, waarin de omstandigheden korte en bondige bevelen eischen. b. De kaderoefeningen zullen vóór alles beoogen, het bijbrengen van de vaardigheid in het opsporen en beoor- Aan alle Divisie- en Gewestelijk Militaire Commandanten. 258

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 44