streert, bewijst de organisatie der „gardes de cercles", een soort van veldpolitie, waarover nog een enkel woord. Ingevolge de circ. van den G. G. dd 21-4-1911 staat deze macht ter beschikking en onder de bevelen der afdeelingschefs om bij woelingen in afwachting van versterking de veiligheid der bestuursvestigingen te verzekeren. In normale tijden zijn de gardes belast met de tenuitvoerlegging van bevelen van adminis trateurs en gezaghebbers. Zij vormen een plaatselijke gendarmerie. „Leur role ne doit pas prétendre a se confondre avec celui qui est dévolu a la garde indigène". Buitengewone gevallen uitgezonderd, mogen zij niet anders dan individueel of in groepen van ten hoogste 30 man optreden. In elke afdeeling (cercle) is een detachement gelegerd van een sterkte, wisselend naar de eischen van den dienst. Bevel en administratie worden gevoerd door den administrateur (ass. resident) met hulp van een Eur. ambtenaar (oud-militair) voor de details van den dienst. Administrateurs en gezaghebbers hebben voor oefening, tucht en bevelvoering de militaire beginselen en voorschriften te vol gen. Tot bevordering van eenheid hierin, zijn de gezamenlijke detachementen in een gewest onder toezicht gesteld van den officier, chef du bureau militaire van het hoofd van gewest (2). Daartoe is deze officier gerechtigd tot het houden van inspecties over de detachementen en voert hij tevens het bevel over het depot ter hoofdplaats van het gewest, waar de nieuw ingelijfde gardes eene volledige militaire opleiding ontvangen alvorens naar de posten te worden gezonden. Het inh. personeel, verdeeld in brigadiers-chefs, brigadiers en gardes van verschillende klassen, heeft na 15 jaar dienst recht op pensioen. Het wordt ontslagen door het hoofd van gewest wegens lichamelijke ongeschiktheid en slecht gedrag, alsmede bij noodzakelijk gebleken afvloeiing „par suppression d'emploi par suite de réduction d'effectif dans le cas ou la situation politique autorise cette mesure, particulièrement favorable a l'équilibre du budget local qui fournit les crédits nécessaires a l'entretien du corps". Bronnen: Troupes coloniales-Organisation générale, éd. off. Les troupes noires, éd. off. Colonel Mangin, L'organisation des troupes noires. Georges Pasquier, L'organisation des troupes indigènes en Afrique Occ. Frang. Lucien Hubert, L'éveil d'un monde. Colonel Baratier, Epopées africaines. te(2). Een aanbevelenswaardige betrekking; een dergelijke officier ware lin onzent met de aangelegenheden betreffende militie en gewapende po- tie, alsmede verdere aanrakingen tusschen bestuur en leger te belasten. 267

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 53