4e. Het is mogelijk gebleken de springpunten in den lenboog
te onderscheiden van de springpunten in de aanslag en daaruit
conclusiën te trekken voor de regeling van de tempeering.
5e. Op grond van een en ander kan de methode practisch
bruikbaar worden genoemd en verdient zij toepassing in de
gevallen, waarin inschieten met schok niet mogelijk blijkt.
Bij het vuren met waarneming uit vliegtuigen zal men in den
vervolge dan ook de volgende gevallen hebben te onderscheiden
1. Een uitwerkingsvuur met s c h o k p r o j e c t i e-
len ligt in de bedoeling.
a. Aanslagen zijn waarneembaar.
1. Het terrein om het doel is niet geaccidenteerd en verloopt
nagenoeg volgens een vlak door de richtlijn en een hori
zontale lijn loodrecht daarop.
Er wordt geheel ingeschoten met schokprojectielen.
De waarnemer meldt zin en grootte der lengte- en der
breedte-afwijkingen.
Hij is geheel vrij in de keuze van zijn plaats in de lucht.
2. Het terrein om het doel is geaccidenteerd.
Er wordt aanvankelijk geschoten met tijdprojectielen. De
waarnemer meldt slechts den z i n der lengte- en der breedte
afwijkingen van de springpunten ten opzichte van het doel.
Hij moet zich daartoe ophouden in de lijn, onder 1 op 4
(c. q. 1 op 2) gaande door het doel.
Nadat op deze wijze ongeveer de juiste gegevens voor baan
en zijdelingsche richting zijn verkregen, wordt overgegaantot
schok-vuur. De waarnemer is dan weer vrij in de keuze zijner
plaats en meldt wederom zin en grootte der afwijkingen.
Eventueel kan het geheele inschieten in schokvuur plaats
vinden, waarbij de waarnemer zich voortdurend in de bedoelde
lijn móet ophouden en voortdurend alleen den zin der afwijkingen
meldt.
b. Aanslagen zijn niet waarneembaar.
1. Het terrein om het doel is als onder A. 1.
Er wordt ingeschoten met tijdprojectielen.
Door regeling van de tempeering komt men zoo spoedig
mogelijk tot lagen, waarin zoowel aanslagen als springpunten
len boog voorkomen (gemengde lagen).
De waarnemer houdt zich op in de lijn 1 op 4 (c. q. 1 op 2;.
Hij meldt de afwijkingen in zin en grootte.
2. Terrein als onder A. 2.
Er wordt ingeschoten met tijdprojectielen.
De waarnemer moet zich ophouden in de lijn 1 op 4 (c. q.