277 officier zou dan na afloop van de K. M.A. ongeveer in kennis gelijk moeten staan met studenten die de propaedeuse achter den rug hebben. Het artikel wordt vervolgd. Als tweede stuk vinden we een studie over voorschriften, afkortingen, onderscheidingsteekenen en verbindingsdienst van den heer Van Tarel. Hij geeft daarin verschillende practische wenken over de genoemde onder werpen. Uit een artikel van den heer Reynders blijkt, dat de voorstelling van den verticalen vorm van het terrein, op de Nederlandsche topografische kaarten vervolmaakt wordt door, evenals zulks op onze kaarten geschiedt, hoogteverschillen door hoogtelijnen weer te geven. Daar echter op de steenen de oude wijze van weergeven nog voorkomt, zal voorloopig gebruik worden gemaakt van beide methoden, daar het maken van geheel nieuwe steenen thans te groote financieele offers zou vergen. Hierop volgt een studie over „Grafische berekening van schootstafels voor luchtdoelgeschut" waarvan we de juistheid gaarne op gezag van den hooggeleerden schrijver, prof. de Josselin de Jong, aanvaarden. Door den heer Hartmans wordt critiek geleverd op het vroeger door ons ook besproken artikel van den kapitein Mussert over de Torpedisten. De heer H. blijkt het ganschelijk niet met den heer M. eens te zijn en waarschuwt er tegen de nieuwe organisatie nu weer af te gaan breken. Daarna volgt een applicatorische studie over een paar gevechtsdagen eener Lichte Brigade door den luit. der Cav. Bisschoff van Heemskerck. Door Art. wordt in een artikel, getiteld„Een proefballonnetje voor een reorganisatie?", een beschouwing geleverd op de samenstelling van de divisie welke gebruikt wordt in de tactische oefening in het I. M. T. Art. meent, dat de daarin aangenomen organisatie hoogstwaarschijnlijk een weerspiegeling is van de aan de Regeering voorgestelde organisatie, zoodat men hier met een soort proefballon te doen zou hebben. Hij levert er ernstige critiek op en vindt de indeeling en verdeeling over het algemeen nogal zonderling. Met name kant hij zich tegen de batterijen van drie stukken. Ook het opheffen van de Legercavalerie kan zijne instemming niet wegdragen. Zooals we weten, komt de divisie uit de tactische oefening slechts tot op zekere hoogte met de voorgestelde divisie overeen. De door Art. zoo zeer afgekeurde driedeeling der batterij is echter wel een deel ervan zoo ook de opheffing van de Legercavalerie. Van een proefballonnetje mag hier evenwel in het geheel geen sprake zijn. „Een weinig bekende afdeeling" is de titel van het laatste stuk in dit nummer. Het geeft een beeld van de samenstelling en de werkwijze van de Technische Spoorwegcompagnie (tot de mobilisatie), later een afdeeling van het Etappen- en Verkeerswezen. Na de mobilisatie werd deze afdeeling teruggebracht tot een pelotonwelks organisatie volgens den schr. even veel op de door hem geschetste lijkt als een ontbladerd struikje op een trotschen eik. Over Roermond. (Brochure behoorende bij den Mil. Spectator jubileum nummer). Deze strategische studie van de hand van den Kap. Gen. Staf. Van Voorst tot Voorst verdient in hooge mate onze belangstelling. Op zeer duidelijke en overzichtelijke wijze wordt de ontwikkeling van het Duitsche operatie-plan besproken. Het overgaan van het plan Schlieffen in dat van Moltke is helder uiteengezet. Uit den aard der zaak bepaalt de schr. zich in hoofdzaak tot de rol, die ons land in die plannen speelde. Aan de hand van de officieele stukken wordt ons duidelijk gemaakt, hoe aanvankelijk de opmarsch van den uitersten rechtervleugel door ons Limburg was geprojecteerd. Hoe op een gegeven oogenblik dit plan wordt losgelaten en men aan Duitsche zijde er de voorkeur aan gaat geven, ons land te sparen, ofschoon zulks zeer groote operatieve bezwaren meebrengt, daar nu een heel leger door het nauwe gat bij Luik geperst moest worden. Zeer interessant is de parallel, die de schr. trekt tusschen den staat van onze weermiddelen en de Duitsche operatieplannen. Het is waarschijnlijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 63