behalen en tot bescherming van hun terugtocht Z. van de Alt
troepen samentrokken in een daarvoor gunstige stelling. In verband
met de ongunstige achterwaartsche verbindingen van de Roe-
meensche legers was het opgeven van het offensief in Zevenburgen
niet onmogelijk.
Bij het terugtrekken van de grenzen begin September toch
hadden de O.-H. troepen het viaduct in den Gyimes-pas geheel
vernield. Vermoedelijk zou dit nog niet hersteld zijn en dan
bleef de eenige spoorwegverbinding die van Kroonstadt over
den Predeal-pas. Deze lag achter den linkervleugel. Kon men
deze verbinding onderbreken, dan zou de toestand der Roemeensche
legers zeer moeilijk kunnen worden.
Van de troepen in het Petroseny-bekken werd eerst gemeld,
dat zij nog steeds stonden in hunne stellingen, welke 26 Sept.
waren ingenomen, en een krachtige actie van de Roemenen
hier niet plaats vond. Des avonds laat kreeg men echter bericht,
dat een nieuw aangekomen O.-H. brigade bergtroepen de D.
Fagetel W. van Petroseny had veroverd, waardoor de Roemeensche
stellingen op den rug van den Fagatel naar Petroseny ernstig
werden bedreigd en men hoop mocht koesteren de Roemenen
spoedig weer geheel naar den bergkam terug te dringen.
Om den slag tegen den Z. vleugel der Roemenen zooveel
mogelijk uitwerking te doen hebben, werd aan den commandant
van het XXXIXe Res. Korps gelast den opmarsch zoodanig te
regelen, dat het grootste deel der troepen Z. van de Alt aangreep
en slechts zwakke afdeelingen N. van die rivier de Roemenen
aanvielen. In verband daarmede moest het Z. van die rivier
zich bevindende Huz. Reg. van het Cav. Korps weder op den
N. oever overgaan.
Daar van inwoners zoodanige berichten omtrent de begaan
baarheid van het Fogaras-gebergte waren ontvangen, dat rekening
moest worden gehouden met de mogelijkheid, dat vijandelijke
afdeelingen over dat gebergte in flank of rug van het XXXIXe
Res. Korps konden vallen, werd aan het Alpenkorps opgedragen
ook de paden over het O. deel van dat gebergte te bezetten.
Al konden de Roemenen geen sterke afdeelingen langs die paden
voeren, ook kleine afdeelingen konden, in flank en rug aan
eerstgenoemd korps verschijnende, daar onaangename stoornissen
en vertragingen teweegbrengen.
1 October verliep het oprukken van het XXXIXe Res. Korps
zonder stoornissen. Overal weken de Roemenen voor de voor
troepen van dat korps terug. Des avonds stond de 76e Res. Div.
met haar voorste troepen bij F. Parumbak, de 51e Honved-Div.
bij Szakadat, de 187e Div. bij Cornitzell.
N. van de Alt bleef de vijand tegenover het 9e Leger rustig.
Hij scheen loopgraven aan te leggen in de lijn: hoogten W.van
Földvar Martinsberg hoogte W. van Gr. Schenk Seligstadt.
220