eenheden (Divisie en Legerkorps) beoefend. Het geheele oefe
ningstijdvak was daartoe verdeeld in 3 perioden van 4 dagen; in
elk van deze perioden werd aan de Intendance-leerlingen eene
functie toegewezen, hetzij als Intendant bij een der Divisiën, hetzij
als Directeur der Intendance van het Legerkorps, hetzij als adjunct
van een dier functionarissen. De officieren waren tijdens de
oefeningen bij de burgers ingekwartierd; het vervoer op het terrein
vond plaats met groote autocars.
Het 2e studiejaar werd besloten met 2 examens, één in „Ad
ministration en campagne" en „Ravitaillement" en één in „Ad
ministration générale" en „Verification des comptes des corps de
troupe".
Opmerkingen. Zooals uit het van beide studiejaren gegeven
overzicht moge blijken, wordt op den Franschen Intendance-cursus
vooral veel aandacht geschonken aan vakken van administratieven
aard en wel als gevolg van de omstandigheid, dat de Fransche
Intendance-Officier niet alleen belast is met de legervoorziening,
voorzoover kleeding, materieel en voeding betreft, doch ook met
d - ordonnanceering en de liquidatie der uitgaven, alsmede met de
verificatie der troepenadministraties en de controle der fondsen.
Dezelfde toestand bestond ten deele ook in het Nederlanasch-
Indisch Leger vóór 1913, d. w. z. vóór de scheiding van het dienst
vak der Militaire administratie van dat der Intendance.
Aan hoogerbedoelde administratieve vakken wordt zelfs bij de
beoordeeling van den leerling een veel hoogere vermenigvuldigings
factor toegekend dan aan de technische vakken, waaruit n.m.m.
voldoende blijkt, welke waarde daaraan wordt gehecht voor den
Franschen Intendant.
Hoewel die vakken, uit den aard der zaak, voor ondergeteekende
minder waarde hadden dan bijv. de technische onderwerpen, werd
toch door het volgen van de lessen en door het afleggen van de
voorgeschreven examens en tentamens een goed beeld ver
kregen van het Fransche administratieve legerorganisme, dat
allerminst als soepel is aan te merken. Een ingewikkeld systeem
kan in oorlogstijd natuurlijk niet gehandhaafd blijven, mei dat
gevolg, dat het aangenomen Fransche administratieve stelsel
tijdens den oorlog tot belangrijke wijzigingen aanleiding heeft
gegeven. Het spreekt vanzelf, dat de overgang van de vredes- tot
de oonogsadministratie eenvoudig moet kunnen plaats vinden.
De legerleiding heeft dit ook ingezien en, hoewel men thans de
administratie van vóór den oorlog weder in eere heeft hersteld,
is toch eene commissie benoemd, welke tot opdracht heeft een
eenvoudig systeem uit te werken en voor te stellen.
Het stelsel, gevolgd voor de beoordeeling der leerlingen (inter
rogations en examens), moge ons wat schoolsch voorkomen,
gegeven den leeftijd der betrokkenen, niet mag uit het oog worden
verloren, dat het Fransche systeem van recruteering van Inten-
308