delen op te voeren. Eene algemeene regeling is derhalve niet te- treffen. Elk voedingsmiddel vereischt thans eene afzonderlijke studie, om vast te stellen, welke hoeveelheid daarvan in tijd van vrede dient te worden opgelegd, en welke hoeveelheid kan worden bijeengebracht in tijd van behoefte. De mate van urgentie, de hoedanigheid van het voedingsmiddel en de al dan niet gemak kelijke oplegging zijn uit den aard der zaak factoren, die daarop van invloed zijn. De studie van de hiervorenbedoelde aangelegenheid is opge dragen aan den dienst der ravitailleering, welke bij de vaststelling der voorraden niet alleen dient rekening te houden met de behoeften van het leger, doch zoo noodig ook met die der burgerbevolking. De verwezenlijking van laatstbedoelde benoodigdheden komt toe aan de burgerautoriteit, den Prefect, maar het is onmogelijk om de behoeften van het leger en de burgerbevolking scherp van elkander te scheiden, zonder nadeel te doen aan het goede rende ment van het organisme, dat belast is om de hulpbronnen van het land te exploiteeren. De ravitailleeringsdienst kenmerkt zich dus door een speciaal karakter; hij is tegelijk civiel en militair, maar onder de leiding van het militaire element. In tijd van vrede worden, door de zorgen en onder het gezag van den Minister van Oorlog, de maatregelen genomen om in tijd van oorlog de voorraden levensmiddelen, fourrages, brandstoffen, benoodigd voor het leger, zoomede voor de burgerbevolking, aan te vullen en te verwisselen. Deze maatregelen komen toe aan den Ravitailleeringsdienst, die daartoe de nationale hulpbronnen benut door middel van aankoop of requisitie, dan wel aankoopen verricht buiten het nationaal grensgebied. De exploitatie van de hulpbronnen van het nationaal grond gebied wordt in elk departement voorbereid door eene departemen tale commissie, voorgezeten door den Prefect, en waarvan de organisatie en werkwijze bepaald zijn in voorschriften van den Minister van Oorlog. De grondslag voor die exploitatie in elk departement is de indeeling in „circonscriptions de groupement", waar de hulpbronnen worden bijeengebracht door de commissie van ontvangst (commission de réception de ravitaillement) De dienst in zijn geheel is dus georganiseerd per departement en de permanente organen zijn: le. de departementale comités: studie-organen, 2e. de autoriteiten belast met de ravitailleering: de organen van voorbereiding in vredestiju en van leiding in oorlogstijd, 3e. de commissies van ontvangst: de organen van uitvoering. Elk departement is verdeeld in een zeker aantal „circonscriptions de groupement", elk met eene plaats (centre de réception genaamd) welke geschikt is voor het bijeenbrengen en het wegvoeren der hulpbronnen. Het departementale comité :s in vredestijd belast met de studie 316

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 30