schokvuren. In bergterrein nu zal het tijdvuur, het inschieten met lage springpunten, nog meer op den voorgrond treden. Wel is waar wordt in bergterrein de waarneming van of bij schokvuur dikwijls vergemakkelijkt door een opstelling van den vuurleider hooger dan het doel, waarmede dan gepaard gaat, althans kan gaan, een goed inzicht in hèt terrein bij het doel met alle voordeelen, daaraan verbonden, doch daartegenover staat, dat, bij waarneming van ter zijde die ook in bergterrein zeer dikwijls zal voorkomen de invloed van den vorm van het terrein bij het doel zich op zeer hinderlijke wijze kan doen gevoelen; in het bijzonder, wanneer dat terrein een helling vertoont loodrecht op de schootsrichting is het zeer moeilijk, de schoten in de waar- nemingslijn te houden. Hoe gestrekter de banen zijn, hoe sterker dit nadeel zich doet gevoelen, zooals hierna zal blijken. Uit dezen hoofde verdient het aanbeveling, zich in bergterrein bij het inschieten los te maken van den invloed van den terreinvorm bij het doel. Zulks is mogelijk door toepassing van tijdvuur. Wel is waar zal ook daarbij met bijzondere factoren rekening moeten worden gehouden, doch dit kan geschieden op eenvoudige wijze, zooals nader zal worden aangetoond. II. Wij zeiden, dat, wanneer schokvuur op hellend terrein zichtbare aanslagen oplevert, de begroeiing zich dus niet tegen in schieten met schok verzet, de terreinvorm het brengen en houden van de schoten in de waarnemingslijn bij waarneming van ter zijde noodig zeer bemoeilijkt. Is het terrein bij het doel grillig golvend, dan is het zelfs practisch onmogelijk, in de waarnemingslijn te schieten. Helt het terrein evenwel gelijkmatig, dan kan er rekening mede worden gehouden door de „schietcoëfficienten", welke bij waarneming van ter zijde toepassing vinden (Cz en C100 bij waarnemingshoe- ken <300 °/oo. Ca en Cn bij waarnemingshoeken> 300 °/00, zie punten 51 en 52 V S. A.1)op oordeelkundige wijze te corrigeeren. Bij het onderzoek naar den invloed, welke de helling van het terrein op de „schietcoëfficienten" heeft, zullen wij onder scheiden: terreinen met hellingen in de schootsrichting, terreinen met hellingen in een richting loodrecht daarop, en terreinen die zoowel een helling vertoonen in de schootsrichting als loodrecht daarop. In het volgende zullen hellingshoeken gemeten in de schootsrichting worden aangeduid met 0,, die gemeten loodrecht op de schootsrichting met 02 Met p zal worden aangeduid de hellingscoëfficient, waaronder V. S.A verstaat (noot bij punt 51) het getal, waarmede de afstand tusschen de snijpunten van twee banen met de richtlijn moet worden vermenigvuldigd, om den afstand tusschen de eindpunten der zelfde banen op het terrein te verkrijgen. De Fransche I. Q. T. A. 2) zegt het korter, maar minder algemeen (punt 30),,On appelle coefficient Voorschrift voor de Artillerie. Het schieten. 2). Instruction générale sur ie tir de l'artillerie; 1922.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 3