3. DE STAND VAN HET VRAAGSTUK VAN HET
INFANTERIEGESCHUT. i)
door K. B.
Artilleriesteun is een levensvoorwaarde voor aanvallende infan
terie. De oorlog heeft aangetoond, dat, hoe meer de infanterie dien
steun behoeft, hoe minder zij er met zekerheid op kan rekenen,
omdat de verbindingen met het voortschrijden van het gevecht hoé
langer hoe onbetrouwbaarder worden. Men is er noodgedwongen
toe moeten overgaan, de infanterie een zwaar wapen toe te bedeelen
in den vorm van een kanon, dat aan lichtheid groote beweeglijkheid
dient te paren, zoo, dat het het hoofdwapen op den voet kan volgen
in alle terreinen en nochtans voldoende uitwerking waarborgt, op
dat het zich zal leenen voor de vernieling van weerstandskernen
en het tot zwijgen brengen van mitrailleurnesten, die immers in
staat zijn den aanvaller tijdelijk tegen te houden, ja zelfs zijn
voortgang voorgoed kunnen beletten en een aanval doen mislukken.
Voor hen, die gepantserde opstellingen (ook pantserwagens)
tegenover zich verwachten, is pantserdoorborend vermogen ook een
eisch. Het gezochte kanon moet uiteraard een voldoende munitie
uitrusting in zijn nabijheid hebben en houden, mag weinig zichtbaar
zijn (lage bouw), moet een groote trefkans hebben, een groote
vuursnelheid, snel in stelling zijn te brengen en in staat, uit gedekte
stelling te vuren, dus zelfs wel eens met indirecte richting (zij het
dan ook, dat de vuurleider steeds in de onmiddellijke nabijheid
van het stuk moet zijn opgesteld en de indirecte richtmethoden
van den allereenvoudigsten aard kunnen zijn).
De geschiedenis van den ontwikkelingsgang van het veldgeschut
heeft ons kunnen Ieeren, dat de uitwerking van het enkele schot
een kaliber eischt van minstens 7, doch liever nog 7,5 c.M. Beneden
dat kaliber wordt de vuurmondconstructie bovendien zeer oneco
nomisch. Bij dat kaliber kan men, al naar de verdere eischen welke
men stelt, de V0 wellicht verminderen en zoo geraken tot een lager
gewicht van het stuk, men kan verder gebruik maken van de aller
beste staalsoorten om de afmetingen te beperken, de techniek kan
zich ook in andere opzichten tot het uiterste inspannen om de
mobiliteit de verhoogen, doch vermindering van kaliber leidt tot
onvoldoende uitwerking van het enkele schot en is gevaarlijk te
achten.
De in Duitschland gevonden oplossing was dan ook, den bouw
van het infanteriegeschut zooveel mogelijk met dien van het veld
geschut te doen overeenkomen, onder vermindering van het gewicht
tot het uiterste. Men heeft den eisch „krombaanvuur" niet gesteld
en is van meening, dat de groote V0 en de daarmede verband
houdende groote trefkans, en voorts de groote uitwerking van het
enkele schot op de eenvoudigste wijze de bezwaren van de munitie—
Tanks als middel tot steun van aanvallende infanterie zijn hier, om
redenen, verband houdend met onze terreinen, buiten beschouwing gelaten^
328