aanvulling hebben ondervangen; maar men geeft toe, dat men het nadeel van geringe beweeglijkheid in den koop heeft moeten nemen. Hoe moeilijk al de eischen in één soort materieel zijn te ver eenigen, blijkt wel zonneklaar hieruit, dat groote fabrieken twee soorten infanteriegeschut aanbieden. Zoo b. v. Saint Chanrond, welke fabriek een 75 m.M. kanon construeerde, verdeelbaar in draaglasten voor een en twee man, ingericht voor krombaanvuur, 5 ladingen, V0 's varieerende van 157 tot 75 M., max. drachten van 1800 tot 470 M. Hierbij een nokkenprojectiel, dat van voren wordt ingebracht, 3 K. G. weegt en de respectabele milinietlading van 0,725 K. G. bevat. Dus eerder een soort nrijnenwerpertje dan, een vlakbaan-precisiekanon. Hiernaast is een 45 m.M.-kanon ontworpen, meer in het bijzonder tegen tanks, gepantserde auto s, lichte andere pantseringen. Het verschiet een pantsergranaat van 1,2 K. G. en een brisantgranaat van 1,8 K. G., de laatste bevattend o'24 K. G. springlading. Max. dracht 5000 M. Voor vuur a bout portant is een kartets aanwezig. In Amerika heeft men een kanon beproefd, waarbij men op een zelfde affuit zoowel een schietbuis van 45 m.M. als een van 57 m.M. kon monteeren, de eerste uiteraard meer tegen tanks, de laatste voor het verschieten van brisantgranaten met verschillende ladingen. Ons is nog een andere constructie bekend, waarbij men op een zelfde affuit een schietbuis van 6,5 c.M. of een van 3,7 c.M. monteert, al naar men verkiest. Hiervoor is o. i. nog meer te zeggen dan voor de combinatie van kalibers 57 en 45 m.M., aangezien volgens de oorlogservaringen een kaliber van 57 m.M. onvoldoende is gebleken. Men ziet evenwel uit dit alles, dat een bevredigende oplossing nog niet is gevonden. Steeds zal men, wil men één vuurmond voor de verschillende doeleinden, zich met een compromis moeten tevreden stellen. N. o. b. nr. is het ontwerp Breunese (zie Mil. Speet. 1924, No. 3) zulk een compromis, al is het zeer wel mogelijk, dat het bij beproeving zal blijken een der best geslaagde te zijn en al verdient het zeer zeker onze belangstelling. Het is een kanon van 4,7 c.M. L|18, dat een pantsergranaatje van 1,5 K. G. verschiet met een V0 van 310 M. en 2 soorten B Gn. van 1,7 K.G., beide met een V„ van 190 M. De springlading van de eene B. G. is 30 gram, van de andere (met platten kop) 150 gram,. Dracht van de P. G. bij 35° elevatie 5000 M., van de B. G. 2000 M. Het gewicht van het stuk is 172 K. G. Het bezwaar van dit ontwerp zal, wanneer de vervoerbaarheid al voldoende mocht blijken, steeds toch nog zijn, dat de B. G. 1) niet krachtig genoeg is, volgens de oorlogservaring.; Wij merken op, dat wij als projectielsoorten slechts aantroffen: pantsergranaat, brisantgranaat en een enkele maal de kartets. Nimmer de granaatkartets. 329

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 43