kunnen worden gewerkt, wanneer een gegradueerde van het treinpersoneel (Een V) ter plaatse beschikbaar kon worden gesteld, wiens aanwijzingen door de fourageerende afdeelingen moeten worden opgevolgd. Deze gezaghebbende zou tevens tot taak krijgen die kleine voorzieningen te treffen, welke een vlot verloop van de distributie kunnen bevorderen. Bij het fourageeren door de onderdeelen doen zich de volgende moeilijkheden voor. Een compagnie van 200 man ontvangt 200 X l'/2 KG- 300 KG. levensmiddelen en 200X0.007X400 KG. 560 KG. brandhout benevens 80 KG. fourage rond 900 KG. waarvoor. één en in het gunstigste geval (zooals nu), waarin een tweede treinkar kan worden afgeladen, twee treinkar- ren beschikbaar zijn. Het brandhout is dan ook voorloopig maar aan den kant van den weg neergelegd en onder bewaking van compagniespersoneel achtergelaten, om later te worden opgehaald. Voor de bereden wapens moest ook een deel van de fourage voorloopig worden achtergelaten. Of de compagnieën moeten over voldoende transportmiddelen beschikken om de goederen van de verstrekkingsplaatsen weg te voeren, öf het moet bij de compagnieën gebracht worden. De zware vrachtauto's kunnen hiervoor niet worden gebruikt, ergo zou dan overladen op bakauto's moeten plaats hebben. Aan dit vraagstuk zit meer vast dan hier thans kan worden behandeld. Er moge mede worden volstaan, de aandacht erop te vestigen. De toestand bij de rest van de le Divisie vereischt overigens geen bijzondere maatregelen voor den volgenden dag. Slechts wordt de sterkte-opgave met het detachement Tjampaka verminderd. 11. Verpleging van het Det. Tjampaka op den len September. De Det. Int. meldt zich zoo spoedig mogelijk bij den Det. Comdt op den driesprong Tjimalaka en geeft in overweging na het fourageeren de verplegingsmaatregelen voor den volgenden dag te bespreken. Volgorde van fourageeren te Tjitimboen; Infanterie I, II' III, Artillerie, Cavalerie (Genie en verbandplaats fourageeren nog bij de le Divisie). Het Legioen komt om 8 uur v. m. te Tjimalaka ter beschikking van den Det. Comdt. Door de zorg van den Et.-Insp. is het voor deze troepen benoodigde afzonderlijk opgevoerd. De Intendant is de Artillerie en het Legioen, gelegerd te Bab. Panggaroan, met de hem toegevoegde bakauto's behulpzaam bij het vervoer van fourage en brandhout. De Det. Int. zendt een opgave van de sterkte van het Det. met inbegrip van het Legioen, aan den Et.-Insp. c. q. Et.-Int. In overleg met den Et. Insp. wordt uitgemaakt, dat voor den volgenden dag rantsoen II zal worden opgevoerd. Als etappen- eindpunt wordt voorloopig Tjimalaka aangewezen. 340

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 54