Tabel van den coefficient 1 tg tg @2 VOOr a ^00 %o- in °/oo 02-- 100 °/00 02 - 200 °/00 50 100 150 200 2,5 1,43 1,25 1,18 —5,0 2,5 1,67 1,43 0 9noo/ ö- 7. auauiuueii, aat men bn schot"h v Vo/ P Invalshoek van 50 »/00, wanneer men een 5X0 8X6 /9°oo^ waarneemt- en de Cz 0.8 bedraagt, de baan 0 n 0 8 m e e r n a a r R. zal moeten verolaatsen om de schoten in de waarnemingslijn te krijgen. k Faii ^an§ez'en ket hier een lengteverplaatsing van de baan en dl ,waar^.de geen zijwaartsche verplaatsing gepaard gaat n de Iangshelling in dit geval O wordt ondersteld, ondergaat ra stPi" v^randenn§ door de aanwezigheid van een dwarshelling btel', dat men ln g* 5 de baan verplaatst van S'. naar A (stel n /00) en vervolgens voorwaarts over een afstand AS' -f dan wordt het terrein getroffen in S, De ^pjaafsing vo„™aartó hniifi f m°gen bedragen AD A S'2. CS2, zoodat de ver houding tusschen Cn en Cn zal zijn A S'-C S, nX A S' tga nXS tg®, tg i zoodat Cn e. n X S tg a Cn (1 tg a tg 02 tg i tg 9 tg 0. tg i l), van welke formule de algemeene vorm wederom is Cn„ =C„ (1+ !S-L-!i_2i). @2 tg i mits men aan 02 de hiervoor reeds genoemde teekens toekent. Wij zijn alzoo gekomen tot het volgende stel formules voor schokvuur op hellingen LangshellingCz C, 294 0, 0. - Cz f1 Cfoo (1). (2). 2 00

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 8