Cne, 7"^° <4)'
C,0| (3).
DwarshellingCz0 Cz j q
Cn' Cn (1 Q) (8).
waarin Q - tg tg 02 (02 positief bij in de waarnemingsrichting
oploopende, negatief bij in die richting afloopende helling).
Het stel formules (1) t/m (4) is bruikbaar voor de practijk
de helling kan veelal worden gemeten op de kaart kan
daarbij worden gevonden. Vooral bij vlakbaanvuur blijkt een
geringe helling al een grooten invloed te hebben.
Zoo is bij een invalshoek van 100 °/00 (7.5 cM. Vd. op 2500 M.)
en een helling van 1/10 (in het algemeen bij gelijkheid van
invalshoek en hellingshoek) p 'ƒ2- Zelden zal de gevonden
waarde onmiddellijk volkomen juist blijken te zijn. In den regel
toch is het terrein niet volkomen gelijkmatig van helling en
doorgaans zal het ook een weinig dwarshelling hebben, al schijnt
het ook uitsluitend langshelling te vertoonen. Vindt men een C100
van -1- 12, en een p 3/4, corrigeert men (ondersteld dat de
schoten in de waarnemingslijn waren gevallen) bij 200 M. voor
uitgaan 18 °/00 en zouden de schoten van de laag dan gemid
deld 6 °/oo L. vallen (Cz 1 ondersteld), dan zou hieruit de
gevolgtrekking te maken zijn, dat de Ciqoq^ nie* 4" 9, doch
5 had moeten bedragen, zoodat de p ten onrechte als 3/4 was
aangenomen en ten rechte de waarde 2 had.
Met de aldus door schieten gecorrigeerde p wordt bij het
verdere verloop van het vuur dan rekening gehouden.
Het stel formules (5) t/m (8) is minder practisch in het gebruik.
Ondersteld al, dat de waarde van (1 Q) voor verschillende
waarden van a, ©2 tabellen was te vinden, dan nog zou
in de eerste plaats het opzoeken veel tijd in beslag nemen.
Voorts is het voor den vuurleider niet gemakkelijk, zich een
voorstelling te maken van de gevolgen zijner correcties (wij
zagen reeds, dat soms voor een R. vallend schot naar R. moet
worden gecorrigeerd, zie blz. 8). Doch nog erger is het, dat
onder bepaalde omstandigheden, n. 1. wanneer Q 1 (b. v. a
45», tg 02 100 °/o, tg i 100 °/oo)> zoowel Cz02 als
C1OO0 oneindig groot worden, terwijl er vele gevallen zijn te
bedenken, waarin deze waarden zeer groot zouden blijken.
295
ClOOQ Cjoo j _i_ Q
Ca02 Ca (7).
C2