Als grondslagen van wijzigingen in het V. V., welke uitsluitend
ten doel moeten hebben het gebruik der cavalerie duidelijker te
maken aan officieren en kader, geven wij aan:
A. Er zijn voor cavalerie twee soorten verkenningen:
I. De strategische en tactische verkenningen, welke geschieden
op last van A. B., Divisie- of Colonne-Commandant en welke nader
beschreven worden in Hoofdstuk IV V. V. onder Verkenningsdienst.
II. De veiligheidsverkenningen (zie Cavaleristiseh tijdschrift
„Divisie Cavalerie" van Lawick afl. 5 1923) welke geschieden op
last van de(n) commandant(en) der veiligheidstroepen en nader
omschreven worden in Hoofdstuk V V. V., Veiligheidsdienst. Cava
lerie, gebruikt voor ad I genoemde verkenningen, krijgt den naam
van verkennende cavalerie. Cavalerie, gebruikt voor ad II genoem
de (veiligheids)verkenningen, krijgt den naam van beveiligende
Cavalerie.
Art. 130 V. V. ad (1) en ad (2) is onvoldoende duidelijk; men
kan hieruit lezen, dat een commandant van veiligheidstroepen
verkenningen gelast, niet bepaald noodig voor zijn taak, de bevei
liging. Naar onze meening mag hij alleen veiligheidsverkennin
gen gelasten en geene andere, aangezien hij daar de gegevens niet
voor heeft en ingrijpt in de taak van den Colonne- of Divisie-
Commandant.
B. De Divisie- of Colonne-Commandant bepaalt het gebruik en
de indeeling zijner cavalerie en stelt deze, geheel, gedeeltelijk of
in het geheel niet, ter beschikking van de commandant(en) en
veiligheidstroep (en) voor het verrichten van veiligheidsverken
ningen.
C. Er worde in het V. V. niet meer gesproken van rechtstreeksche
beveiliging (Art. 158, ad 5); dit toch leidt tot verwarring; er moet
naar gestreefd worden in het V. V. te doen uitkomen, dat voor
cavalerie slechts een soort beveiliging bestaat en wel die, welke
voortvloeit uit de door bij veiligheidstroepen ingedeelde cavalerie
verrichte veiligheidsverkenningen.
Zoo spreekt Ritmeester Thomson op bldz. 29 van afl. 3
1922 van een indirect beveiligend scherm, onder commando van
den Eskadrons-Commandant, die zijne bevelen ontvangt van den
Divisie-Commandant. Een half verkennende, half beveiligende
taak, dus geene goed uit te voeren taak!
D. De cavaleriespits achter een scherm van indirect beveili
gende cavalerie en als zoodanig het beroemde struikelblok voor
vele luitenants en wachtmeesters, is naar onze meening uit den
tijd. De nadruk, welke thans nog in de practijk op deze patrouille
wordt gelegd, is overbodig, kost maar paardenvleesch en dateert
nog uit den tijd van den Inlandschen Vijand.
Doch het gedeelte (in de practijk „de spits"), dat ingevolge
art. 158 ad (5) steeds voor de rechtstreeksche beveiliging moet
372