taktiek lang verbeide tegenhanger der reeds bekende voorloopige voorschriften uit de eertijds geallieerde landen Voor ons heeft dit reglement een bijzondere waarde, daar het, zooals ik ook op merkte bij de bespreking in dit tijdschrift van het Duitsche verb, voorschrift, niet gemaakt is voor een met alle hulpmiddelen der moderne techniek uitgerust volksleger, doch voor een, door het vredestractaat van Versailles in zijn bewapening beperkt vrijwilli gersleger, van een met het onze althans vergelijkbare sterkte (100.000 man). Een zeer aanbevelenswaardig voorbeeld wordt ons creo-even, door bij den tegenstander wèl een volwaardige uitrusting te veronderstellen en in afzonderlijke hoofdstukken de het eigen leger ontbrekende strijdmiddelen (vliegtuigen, veehtwagens, pant serautomobielen) en de daartegen aan te nemen houding te ^Naa^onze opvattingen heeft het „Ausbildungsvorschrift fur die Inf." („A. V. I") 1922, meer van een standaardwerk op het gebied der inf. taktiek, dan van een voorschrift. Het bestaat uit 5 deelen en een aanhangsel, tezamen omstreeks 700 blz. tellend en streeft niet naar beknoptheid, doch naar duidelijkheid en volledigheid. Mogen deze getallen op het eerste gezicht iets afschrikwekkends hebben, bij nadere kennismaking moet het oordeel anders uitvallen. Al zijn toch de grondbeginselen der krijgvoering onveranderd ge bleven, in de uitwerking daarvan is door de ervaringen van den Wereldoorlog een volslagen ommekeer gekomen, zoodat officieren en kader hiervoor niet meer terug kunnen grijpen naar hetgeen zij, vaak voor lange jaren, hebben geleerd. In de binnen- en buiten- landsche vakbladen heerscht nog een „choc des opinions", waar uit op vele punten eer eert verbijsterende verwarring dan de waarheid te voorschijn komt. Bij tactische besprekingen blijkt vaak, dat op tal van punten onder de officieren van één onderdeel de meest uiteenloopende meeningen heerschen, terwijl het lagere kader bij het eene onderdeel geheel andere „moderne denkbeelden" te verwerken krijgt dan bij het andere. Neemt, om bij één voor beeld te blijven, een uit de rimboe op Java teruggekeerd luitenant of onderofficier nu ons „G. V. I. 1923" ter hand, dan zal de noot op blz. 5 hem wel leeren, dat thans de groepscomdt het eigenlijke gevecht voert, een verandering van den meest ingrijpenden aard, doch een volledige uitwerking van deze gedachte zal hij tevergeefs zoeken. In het D. regl. nu zijn 113 blz. aan de taak van den soldaat, den groeps- en den sectie-conrdt gewijd, welke daarin tal van nuttige wenken uit de praktijk en bindende voorschriften op alle onzekere punten vinden. De nevels trekken op en als in een film ontrolt zich het inf. gevecht aan het oog van den lezer. Instede van af te schrikken, lokt het voorschrift daardoor ieder belangstellende tot lezen aan. Fr. „Règl. prov. de man. d' Inf"., 1920, I en II. Eng. „Inf. training" (prov) 1921, 1 en II. 378

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 24