doch ook moreel op hun oorlogstaak voor te bereiden, wordt het. levendig houden der herinnering aan roemrijke daden van het D, leger en van bijzondere personen daaruit van hooge waarde geacht (p. 11). Dit is iets, dat b. v. ook bij onze militie-opleidingen, waar- burgers eveneens niet alleen technisch, doch vooral ook moreel tot strijdbare mannen gemaakt moeten worden, een uitstekend hulp middel kan zijn. Vele onzer garnizoensplaatsen hebben in hunne omgeving punten waar krijgsgeschiedkundige herinneringen aan verbonden zijn, welke zich uitstekend leenen, om tijdens een rust in korte trekken verhaald te worden. Nimmer laat dit na, ook bij den minst militair voelende, belangstelling te wekken. De technische vorming kan tijdens een oorlog blijken onjuist of verouderd te zijn geweest, de moreele vorming verliest nooit haar waarde. Het ontbreken der door het vredesverdrag verboden strijdmid delen mag, zegt het voorschrift, niet tot aanvalsschuwheid leiden. Grootere bewegelijkheid, betere aanvoering en opleiding, handige maskeering, vlotheid in het terrein en gebruikmaking van den nacht, zullen hier vergoeding moeten geven. Theoretisch en zooveel doenlijk practisch moet de troep evenwel met alle moderne strijd middelen vertrouwd blijven, dit laatste door bij oefeningen her haaldelijk één der partijen er mede uitgerust te veronderstellen, om zoodoende middelen en wegen te hunner bestrijding te vinden (p. 22). Het doel van alle opleiding is steeds: voorbereiding tot het gevecht". Enkele paradevormen blijven evenwel noodig om aan het den troep ingewortelde verlangen zich, bij bijzondere gelegen heden, onder inspanning van alle krachten, in het openbaar te ver- toonen, te kunnen voldoen (p. 12). In C. Wapensoorten, wordt in korte trekken het wezen van alle strijdmiddelen geschetst; een buitengewoon overzichtelijke tabel neemt: gew. M. '98; kar. M. '98; L. M.; Z. M.; pistool '08; hand granaat; gew. granaat; lichte mijnenwerper; middelsoort m.w.; veldkanon '96|16; veldkanon '16 en lichte veldhouwitzer '16 en bevat in 25 kolommen alle voor een infanterist van waarde zijnde gegevens, zooals: kaliber, gewicht, bewegelijkheid, tijd benoodigd om het wapen tot vuren gereed te maken, vuursnelheid, mogelijk heid over eigen troepen te vuren, uitwerking, munitie-uitrusting, enz. Evenals in Frankrijk wordt als hoogste vuursnelheid van het geweer bij zeer geoefende schutters en voor uiterst korten tijd 910 schoten per minuut opgegeven, terwijl Engeland en blijkens 5. V. I. 1 blz. 65166 onder oef. 6 b ook Ned.-Indië 15 schoten bereikbaar achten. D. Grondslagen van het Inf. gevecht behandelt in 16 hoofd stukjes de geheele taktiek van dit wapen en voor zoover noodig der zusterwapens. Alles wat een infanterist b. v. noodig heeft te weten over de artillerie en hare vuursoorten, over pioniers en gas, kan hij hier vinden. 380

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 26