Reeds uit 1. Vechtwijzen spreekt een veel hoogere schatting der in het hoofdwapen zetelende krachten en mogelijkheden, dan wij die in het Fr. voorschrift aantreffen. Dit komt scherp uit,, indien wij onder elkaar stellen: „Beruht somit der Erfolg des; Kampfes auf dem Zusammenwirken aller Waffen, so darf doch die Inf. sich nicht den Angriffsgeist durch dngstliches Warten ciuf die Hilfe der Schwesterwaffen lahmen lassen. Ueberlegene Ausbildung, Mut, List und Verschlagenheit helfen auch da, wo die Unterstiitzung der andere Waffen fehlt" (p. 41). „L'expérience de la guerre a nettement prouvé que^ pour réaliser cette mission, l'inf. ne pouvait combattre seule et que l'appu't des autres armes lui était indispensable. (R. d'I." I blz. 1). Slechts tegen een vijand welke evenmin art. heeft of d'ie moreel dan wel materieel ver in de minderheid is, kan de inf. zonder den steun van het zware wapen, volgens het Fr. regl., met kans op succes aan vallen. In alle andere gevallen mag van haar dan slechts het opne men van het contact en het zich vastklemmen aan reeds bezet terrein worden geëischt ,,Rd'I". p. 314). Het Eng. gev.- tevens velddienstvoorschrift („Field Service Regulationszegt (II blz. 21): „Inf. depends on art., machine- guns and in certain cases on tanks to enable it to close with the ennemy"; het inf. voorschrift daarentegen nadert meer het D. standpunt, met de woorden: „Inf. must always be prepared to rely- on its own fire to help it forward". „Inf. Training" II blz. 19). Moed en list, beheersching van den stof door den geest, van het materieel door den mensch, dit is de leidende gedachte welke uit het geheele D. voorschrift spreekt en het voor ons, die evenmin op een overmachtig, den vijand verpletterend materieel zullen kunnen rekenen, zoo uiterst belangrijk maakt. De aanval (p. 42), schrijft als uiting van een overheerschenden wil en krachtige aanvoering den tegenstander zijne handelingen voor en verzekert de eigen vrije beslissing. Overmacht in getal is hierbij geen vereischte. Wilskracht, persoonlijk voorgaan der aan voerders en verrassing zullen ook een in getal zwakkeren troep, zelfs in het handgemeen, tot de overwinning voeren. Is de tegenstander tot wijken gebracht (p. *3), dan gaat alles, zonder acht te geven op vermoeidheid, en zonder op bevelen te wachten tot een onaf gebroken vervolging over. Dit is weder geheel in strijd met de meer methodische Fr. opvatting, welke voorschrijft (R. dl. p. 103 105), na een behaald succes halt te houden en de vervolging- aanvankelijk slechts door „patrouilles de contact", welke zich ge dragen als een voorhoede, te doen opnemen. Ook ons „G. V. I." huldigt in p. 44 een voorzichtiger, eenigszins tusschen de D. en Fr. opvattingen instaand, gezichtspunt, vrijwel overeenkomend met dat van het Eng. Inf. Training" (II p. 10), n. 1. halt houden en de reserves tot de vervolging aanzetten, terwijl onze „G. H." voorschrijft (p. 108), in de eerste plaats met vuur te vervolgen. 38 B

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 27