5. Flankeerende werking, kent aan deze, ook bij ons tegen den.
„I. V." klassiek geworden, strijdwijze groote materieele en vooral
moreele waarde toe en acht het één der middelen om tegen een.
overmachtigen vijand succes te behalen (p. 66). Het gevechtsdoel
te bereiken en den vijand in zijn eigen gevechtsstrook neer te
slaan, wordt vergemakkelijkt door tal van kleine omvattingen (n. 1.
der steunpunten) en door flankeerend vuur, desnoods uit neven
vakken, der zwaie inf. wapens (p. 67). Zelfs de kleinste eenheden
moeten trachten door splitsing front- en flankaanval te verbinden
en bij meerdere samenwerkende groepen (onze brig. b. v.) moet
dit regel zijn, waarbij zoowel gew.- als L. M.-groep naar omvatting
moeten streven. De opstelling in steunpunten, met daartusschen
open vakken, waartoe de verdediger gedwongen is, begunstigt tot
zekere hoogte de plaatselijke omvattingen door den aanvaller. Hij
moet de mazen van het net met geweld vergrooten of zich door
het uitbreken van steunpunten openingen maken. Golvend terrein
begunstigt dit optreden (p. 68). Een dergelijke wijze van aan
vallen, door alle buitenlandsche voorschriften aanbevolen, is door
mij indertijd in dit tijdschrift uitvoerig uitgewerkt voor een comp.
en staat in volmaakte tegenstelling tot hetgeen ons „G. V. I."
(p. 63, 64, enz.) wil, waar een geheele comp. dus een front van
100 tot 150 M. gelijktijdig moet stormloopen en het den sectie-,
brig.- en gr.-comdten zelfs verboden wordt van een gunstig oogen-
blik gebruik te maken. Dit voorschrift denkt zich hier blijkbaar
den verdediger in één of meer frontaal vurende lijnen (p. 64 II),
instede van in hoofdzakelijk flankeerend vurende steunpuntgordels.
Juist hier was m. i. gelegenheid geweest ons aanvalssysteem, ook
zonder het bezit van voldoende automatische wapens, aan het
moderne verdedigingsstelsel aan te passen. De stroeve lineaire
aanvalstaktiek, welke ook uit Hoofdstuk II van ons nieuwe „R. I."
spreekt 2), komt weinig overeen met onze geringe getalsterkte en
bewapening, onze terreinen en de vlotheid welke onze troepen
hierin bezitten, evenmin als met de omvattingstaktiek welke bij de
grootere eenheden steeds gehuldigd wordt en een roemrijke „I. V."
traditie heeft.
Het oude „wie omvat wordt omvat", blijft ook thans een gevaar,
vooral daar de verdediger zijn vuursysteem juist op verrassend
flankvuur zal hebben opgebouwd. Hiertegen, vooral als het door
Z. M.'s op grooten afstand afgegeven wordt, zijn goed voorwaarts
komende inf.-groepen weerloos. De inf. dan te steunen is de ge
wichtige, maar moeilijke taak der zware inf. wapens; de aanvoe
ring moet dan zoonoodig met in reserve gehouden Z.M.'s of stukken
geschut helpen. Dikwijls zal blijken, dat door flankeerend vuur
I M. T. '23: blz. 3f5 „de voorcomp. bij den aanval".
2) E Zie mijn art. „Het oplossen en verspreiden der sectie", I.M. T. '23:
blz. 20.
383