pijlen), bemerken, dat de inf. gereed is voor den strijd met het
blanke wapen, verleggen zij hun vuur naar achteren. Zonder eenig
dralen wordt dit oogenblik door de voorste groepen uitgebuit.
De L. M.'s en granaatgew. vuren zoo lang mogelijk door, de overi
gen stormen voorwaarts, dwingen met een laatsten handgranaat
worp den vijand nogmaals dekking te nemen en dringen onmiddellijk
daarop, onder hoerageroep, met het blanke wapen binnen. Zoodra
de L. M.'o niet meer kunnen vuren of de inbraak gelukt is, snellen
zij ook vooruit om tegenstooten op te vangen en den aanval verder
te dragen. Was het hun onmogelijk den stormaanval met vuur te
steunen, dan nemen zij er aan deel en vuren in beweging. Dikwijls
treden tijdens den aanval gevechtsmomenten op, die het, zelfs aan
zeer zwakke afdeelingen, mogelijk maken, plaatselijk te stormen.
Dergelijke oogenblikken moeten door de voorste gew. groeps-
comdten onderkend worden en in onstuimigen aanvalsdrang benut,
zonder op de hulp van anderen te wachten. Het ware een zwaar
verzuim dit na te laten\ (p. 112). Dit is dus juist het tegengestelde
van het reeds vroeger aangehaalde, n. nr. m. met alle krijgservaring
strijdende p. 63 uit ons „G. V. dat nadrukkelijk verbiedt den
stormaanval door een lager aanvoerder dan de comp. comdt te
doen inzetten. Het Fr. regl. gaat in dit opzicht nog verder dan
het D. en meent, dat in het moderne gevecht een stormaanval
over breed front zelden meer voorkomt. „De aanval (R. d'l. II p.
70) is een voorwaarts dragen van vuur, onderbroken door partieele
stormloopen".
Met den eersten inbraak is de overwinning nog niet behaald (p.
113). De strijd zet zich in den regel door de vijandelijke dieptezöne
voort, de weerstand der nesten en steunpunten moet opvolgend
gebroken worden. Waar het terrein of geringe vijandelijke vuur-
uitwerking het maar eenigszins mogelijk maken, dringen de voorste
groepen in de aanvalsrichting verder, zonder zich om enkele nog
overeindgebleven weerstandskernen te bekommeren. Daarmede
helpen zij hunne nevengroepen het best. De zw. inf. wapens en de
achterwaarts volgende afd. hebben tot plicht rug en flanken der
doorstootende eenheden te dekken. Op het juiste oogenblik aan
getrokken deelen der div. art., meestal rechtstreeks onder co. der
inf. reg. en bat. comdten gesteld, werken in nauwe samenwerking
met de inf. aan de oplossing der verschillende gevechtsopdrachten
mede. Voor het behalen van een doorslaand succes is een onafge
broken, échelonsgewijze, volgen der zw. inf. wapens en een voort
durende krachttoever door reserves noodzakelijk. Gebeurt dit
niet, dan verbloedt de aanvaller bij den strijd in de dieptezöne
spoedig. In het snel uitbuiten van aanvangssuccessen ligt de kiem
der groote overwinningen. Hoezeer de zw. wapens ook de plicht
hebben te volgen, toch stoot de inf. bij iedere verslapping van den
vijandelijken weerstand, onbekommerd hierover, zonder de minste
weifeling door (p. 116).
388