In de verdediging opent de div. art. onverwachts den strijd,
om door storend vuur de art. der tegenpartij te verlammen en
door vernietigingsvuur zijn aanval ineen te doen zakken. Is de
gereedstellingsplaats der vijandelijke inf. bekend, dan wordt
hierop, dikwijls op verzoek der eigen inf., vernietigingsvuur
afgegeven. Tegen stormende inf. wordt waargenomen vuur samen
getrokken (p. 129).
De div.-art. kan van den aanvang af, of gedurende het gevecht,
in art. voor de groote en voor de kleine afstanden verdeeld
worden (p. 130). De art. voor de kleine afstanden (onze inf.
battn bij den aanval, zie G.Hp. 180, en art. voor denabijverd.
bij de verd., zie „G. H." p. 197), wordt door den A C. aangewezen,
tot samenwerking met de verschillende inf eenheden. Zij blijft
onder de eenhoofdige leiding van den A. C., tenzij bedekt terrein
of een breed front dit minder wenschelijk maken, in welke gevallen
zij onder de bevelen der inf. comdten gesteld wordt. Zij moet
dan evenwel verbinding houden met den A. C., om het dezen
mogelijk te maken haar, op bevel van den A. B., een nieuwe
opdracht te geven. Critieke gevechtsmomenten in nevenstrooken
kunnen haar noodzaken zelfstandig haar vuur daarheen te
verplaatsen. Vormen zich bij de inf. tijdens het gevecht bijzondere
gevechtsgroepen, met een van dat der hoofdmacht afwijkend
gevechtsdoel, dan is de comdt daarvan verplicht te vragen, art
onder zijn rechtstreeksche bevelen te plaatsen. Anderzijds moet
de met hem samenwerkende art. zich dan, zonder op bevel van
den A. C. te wachten, zelfstandig ter beschikking stellen. Zij
meldt dit besluit aan den A. C. (Vergelijk het overeenkomstige
p. 190 „G.H"). Hoewel dit in het algemeen ongewenscht is,
kunnen de onoverzichtelijkheid van het terrein of de gevechts
omstandigheden het zelfs noodig maken, dat de art. voor de
kleine afstanden zich onder de bevelen van inf. bat. en comp.
comdten stelt.
Samenvattend kunnen wij dus zeggen, dat het D. voorschrift,
evenals onze G.H.in beginsel een eenhoofdige leiding door
een A. C. het best acht, doch meer dan onze „G. H." van
oordeel is, dat de praktijk voornamelijk door de verb, moei
lijkhedeneen verdeeling en ondergeschiktmaking, tot zelfs
aan de kleinere inf. eenheden, zal eischen. Een opvatting welke
wij ook t.o. der zw. inf. wapens tot uiting zagen kernen.
De doelen der art. voor de kleine afstanden zijn bij den aanvalde
vijandelijke inf., hare verzamelplaatsen en naderingswegen dicht
achter het front, de plaatsen waaruit een tegenaanval gevreesd
wordt, zoomede de zw. inf. wapens en de waarnemingsposten.
Deze taak is dus uitgebreider, dan die onzer inf. battn, daar bij ons
de bestrijding van een deel der zw.inf.wapens (n. 1. het inf.ge-
schut) en van de waarnemingsorganen der verd. art. aan de
contra-art. wordt overgelaten (Zie „G. H." punten 100 en 101
en M. T." '23 blz. 197), terwijl de inf.battn evenmin de ver-
391