5 uur van Tjimalaka verwijderd en kan daar dus eerst om 11 uur aankomen, moet dan nog door naar Tjampaka, waar de B T niet voor ongeveer half een aankomt. Zou men op Tjimalaka willen fourageeren, dan moesten de BT. karren weder ruim een uur terug en nog eens een uur weder naar het noorden. Dus op zijn allervroegst kunnen dan de eerste karren om 3 uur bij den troep aankomen. Zij zouden 2 maal moeten rijden, zij het dan ook met andere bespanningen en andere geleiders, zoodat dus om 5 uur alles pas kon zijn afgeloopen. Wanneer de weg naar Naloek niet geschikt zou zijn voor zware vrachtauto's, volgt daaruit, dat lichte auto's bij de hand hadden moeten zijn dan wel grobaks. Een voorstel om te Tjimalaka te fourageeren zou dan ook door den troepencommandant niet kunnen worden aanvaard. Langs den volgenden weg redeneerend komt men tot eene andere oplossing Om 5.30 v. werd te Soemedang het Divisiebevel uitgegeven voor de vorming van het detachement Tjampaka (zie Jan. afl. blz. 48). Daarbij vond de aanwijzing van den Det. Int. plaats. Bij ontvangst van het bevel was de Det. Cdt juist te Tjimalaka (blz. 49). Nemen wij nu aan, dat de 2e Div. Int. (die Det. Int. wordt) daar ook was, dan kan hij reeds dadelijk zorgen dat de E I. gewaarschuwd wordt. Gaan wij eerst na, hoe het op dat mo ment met de verpleging stond. Er was soep en rijst uitgegeven (blz. 49). Dit was een afwijken van den regel, dat de soep tot net avondmaal behoort (V. V. 260-c). Natuurlijk was vóór den afmarsch der divisie aan ieder man het ontbijt verstrekt en het middagmaal (V. V. 260-b). De uitgifte van soep te Tjimalaka was een extra verstrekking wegens den nachtmarsch. Daardoor was, hetgeen in de keukenwagens zijn moest voor het avondmaal, verbruikt. Voor den verderen marsch der divisie moesten dus extra maatregelen genomen worden. Derhalve werd onmiddellijk, na het uitgeven van het eten, rijst en vleesch gefourageerd voor de soep. Het was een vooruit berekende marsch op voldoenden afstand van den vijand en dus mogen wij hier veilig aannemen, dat alles klopte als een bus. Het uitgezonden detachement had dus weder voor den gehee- len dag eten: het ontbijt genuttigd, het middagmaal in de eet ketels, en het avondmaal (met de soep) in de keukenwagens. Bij aankomst ter plaatse van bestemming werd de B.T. ter beschikking van de korpsen gesteld (blz. 131 pt 8). De Det. Intendant heeft aanvankelijk niets anders kunnen doen, dan den E. 1. per telefoon uit Soemedang te waarschuwen, dat het genoemde det. zal afbuigen en dat dus de voorraden afzon derlijk gehouden moeten worden. Zooals bekend, zal gefourageerd worden te Tjitimboen. Aan 401

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 47