omtrent de bestemming, die des nachts aan het halve Legioen zou worden toegedacht. Dit had zijn eigen taak in het Soeme- dangfront, nemen wij aan. Op de regelingsafdeeling heeft men bij de verpakking ook nergens op kunnen rekenen. Het Hd. T. D. was evenmin op de hoogte (102). Alleen par 11. kan uitkomst geven. De D. E. V. wist, dat het veldleger in O. richting offensief zou optreden, zoodra het O. van Soemedang zou zijn samen getrokken. De le Divisie zou den len Sept. te Soemedang aankomen en de 2e Divisie dienzelfden dag. Dan zou de etappenlijn minstens tot Legok verlengd worden. Daarna zouden slechter wegen gevolgd kunnen worden en dus moest hij er op rekenen, K. Tn. enz. te moeten inlasschen. Hij zou dus uiterlijk dien avond b. v. in Tjimalaka de noodige K. Tn gereed willen hebben. Eerder kon niet, omdat de weg Tandjong Sari Soemedang al geheel in beslag genomen zou zijn door de troepenverplaatsingen. In het gunstigste geval heeft hij eenige treinkarren reeds den vorigen dag naar Soemedang gedirigeerd. Die zal hij niet ledig gezonden hebben, doch met de meest noodige artikelen gevuld, b. v. rijst, brandhout, padi en hooi. Tot Soemedang kon deze herboren alg T. een verbeterde, maar nu toch nog geïmproviseerde Verplegingstrein (K. Vpl. Tn.) vooruit gezonden worden, echter niet verder: meer Oostelijk zouden die, tot eene sectie vereenigde transportmiddelen (tevens rollend hulpmagazijn), achter de troepen moeten aanschuiven, de kans inbegrepen, dat zij dagen lang niet noodig zouden zijn (stel dat Rood zich achter de Tji Manoek in het defensief geworpen zag). Voor het detachement Tjempaka krijgen wij dus het geval dat een gedeelte vrij plotseling niet per auto is te bereiken. Het hangt nu af van de tijdsverschillen, van de momenten waarop orders gegeven worden, mededeelingen aan de E.I. gedaan en daar ontvangen, van de handigheid van den E.I. en den Det. Int., van de beschikbare vervoermiddelen in de nabijheid, of, hetzij voor de batterij, hetzij voor de 2 Legioen-Cieën, hetzij voor beide, de aanvoer kan geschieden langs een vertakking van den aanvoerweg, loopende over Soemedang via Sitoe in N.W. richting, dan wel van Tjitimboen in Z.W. richting en desnoods van ^pl 6 in Z. richting. De bruikbaarheid der wegen en vooral der bruggen speelt daarbij een belangrijke rol: dus ook de tijd voor verkenning beschikbaar. Bij onzekerheid houde men zich aan v. Moltke's woord „Krum ist nicht urn". Omrijden is beter dan vastrijden. Ook van de zijde der troepen moet de meest mogelijke mede werking komen. Er zou een bereden officier of onderofficier van de batterij of het Legioen (eventueel per fiets) over Rantjamoeloed en Sitoe kunnen zijn gezonden om den weg te verkennen, zoowel als de wegen naar Tjitimboen. Die verkenning is niet alleen noodig voor den dienst van aan- en afvoer (de gegevens kunnen daarheen bericht worden) maar ook voor het heen en weer rijden der BT. karren (mede ter beantwoording van de vraag of 403

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 49