417 enthusiasm for the development of a powerful air service will not weaken the case by grossly exaggerated claims", De redactie van het tijdschrift geeft als bladvulling een „extract from Annual Report of secretary of war" waaruit wij hier willen overnemen: „Some individuals who believe in peace at any price claim that our expenditures for defense and our costs for past wars are chargeable to militarism. They fail to distinguish between offensive and defensive war, between the weapon in the hands of the criminal and that of the policeman. They forget that war was prevented from time to time only by the fact that even the most aggressive nation will hesisate to attack a peaceful oppo nent who is apparently well able to resist". Het nummer bevat verder meerdere artikelen van speciaal kust-artille- ristisch belang. Mitteilungen Januar-Februar 1924. In de eerste plaats eene beschouwing van Dr. Phil. Lauppert „Zur Frage des Oberbefehls bei den Verbündeten in Sommer und Herbst 1813", waarin de groote moeilijkheden om bij geallieerde strijdkrachten te komen tot éénhoofdige leiding weer eens op den voorgrond worden gebracht. Oberst Rudolf Fleischer beschrijft in „Rückzug nacht Przemysl im Herbst 1914" als troepenofficier de door hem aan den lijve ondervonden ellende en ontberingen, die bij een terugtocht worden geleden. Zoo zegt hij: „Ich hatte keine Decke, keinen Mantel, kein StückWasche, keine Seife und keine Zahnbtirste. Meine Pistole war verloren, meine Kar- tentasche mit allen ihrein Inhalt war mit ihrem Trager, einem Ordon- nanz-Unterofficier, im Gefechte liegen geblieben". Majoor Reudulié geeft een vergelijkende studie over „Ausbildungs- und Gefechtsvorschriften für die Infanterie". Majoor Raus schrijft over „Kampfweise und Verwendung der Radfahr- bataillone", In het slot resumeert hij als volgt: „Die Radfahrbaone sind zu kurzen, überfallsartigen Angriffen und zu jeder Form der Verteidigung sehr gut, für einen lange zu führenden Grosz- angriff im beiderseitigen Verbande aber weniger geeignet. Eine ihren Eigenarten entsprechende Verwendung verbürgt den besten Erfolg"- Generalmajor d. R. Padiaur geeft in „Infanteriegeschütze" een over zicht van hetgeen tijdens den oorlog op dat gebied in het O. H. leger ge presteerd is geworden. Hij zegt: „Das mmer dreigender werdende Bedürfnis eines wirkungsvollen Infanteriebegleitgeschützes führte zur Verwendung der 7.5 c.M. M 15 Gebirgskanone bei entsprechender Ausrüstung für diesen Zweck". Uit bijgevoegde photo's is te zien hoe dit stuk zelfs tot in door man schappen te dragen lasten was te splitsen. Proj. gew. was 6.5 K. G., V0 190, 150 en 115 M., lengte in kalibers 12. Grootste elevatie 70° grootste declinatie 10°, horizontale vrijheid 8° (140 0/00), gewicht stuk in stelling 366 K.G.; kijkeropzet. Alleen mijngranaten met 680 gr. trotyl. Doordat de betrokken firma's overkropt zaten met werk, was het met mogelijk vóór het einde van den oorlog tot aanmaak in het groot over te gaan, zoodat geen oorlogservaring ermede is verkregen geworden. Ing. Krüger opent een studie over „Die deutschen Kampfwagen", om de in dat land opgedane ervaring op dat gebied niet verloren te doen gaan. Een opstel „Der Werdegang des Berufsofficiers in einigen Staaten Eu ropa's" geeft een interessant overzicht over de officiersopleiding in ver schillende landen. In „Kurze Mitteilungen" vinden we tenslotte gegevens betreffende de Fransche 52 c.M. Hw„ over het moderniseeren van het Zwitsersche veld geschut en over het in Amerika gevonden nieuwe strijdgas Lewisite. La Revue Maritime Janvier Février 1924. In „Grenade et Eombarde' wordt een aanval van een onderzeeër op een door torpedojagers ge ëscorteerd slagschip, n.l. op de „Voltaire", October 1918, gereconstru-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 63