gaande wordt men weer door verschillende versperringen opgehou
den en blijkt, dat de overgang over de kleine Gette bij Orsmael
Gussenhofen bezet is, waar ook loopgraven geconstateerd worden.
Generaal von der Marwitz beveelt het dorp te nemen en na een
lang en hevig vuurgevecht worden de Belgen (4 eskadrons van
het 3e Reg. lansiers met wielrijders) door de 8e Cav.-Brig. ver
dreven, echter ten koste van zware verliezen. Pas op het laatst
van het gevecht kan de artillerie het vuur openen. Men constateert
nu eene lange colonne Belg. infanterie, die op Tienen teruggaat;
de rijdende artillerie komt ten W. van Orsmael in stelling en opent
het vuur op deze colonne; een poging van de 5e Cav.-Brig. om
deze colonne te attakeeren heeft door den grooten afstand, die
ze reeds heeft verkregen, geen succes.
De Belgische lansiers hebben hier dus blijkbaar een gevecht
gevoerd om de eigen infanterie tijd te geven, weg te komen, wat
hun dan ook gelukt is'. Deze colonne bleek de 4e Belgische
gemengde brigade te zijn.
Intusschen is het donker geworden en gaat de 2e Div. in bivak
te Wilderen.
De 4e Div. bereikt tegen den middag Landen, waar het station
wordt vernield. Vijandelijke cavalerie wijkt in zuidelijke richting
uit en de overgang over de Kleine Gette bij Orpheylissen wordt
door een vuurgevecht geforceerd, 's Avonds wordt bivak betrokken
bij Racour, doch 's nachts nog verplaatst men dit naar Velni.
Wederom 's nachts moeilijkheden met franc-tireurs.
De jager-bataljons no. 7 en 9 hielden St.-Trond bezet.
De 9e Div. is dezen dag de Maas nog niet over kunnen komen,
doordat Hoey nog door den vijand bezet is.
Bij Moxhé zijn Belg. afdeelingen geconstateerd, die aan het
graven zijn. Het resultaat van dezen dag is, dat de vijand is vast
gesteld in de lijn Diest Tienen Jodoigne Moxhé Hoey.
De toestand bij Hasselt is nog niet opgehelderd.
11 Augustus.
Nu gebleken is, dat Gette sterk is bezet, besluit generaal von
der Marwitz naar het N. af te buigen, om daarna op 12 Augustus
in de streek van Diest den overgang over de Denier te forceeren.
Het 2e Cav.-Korps heeft echter behoefte aan rust. Generaal von
Poseck schrijft in zijn werk o. a.:
„Infolge der durch die grosze Hitze verursachten Anstrengungen
seit dem 7.8 taglich durchschnittlich 30 K. M. der dauernden
Gefechte und nachtlichen Beunruhigungen durch Einwohner, sowie
der Verpflegungsschwierigkeiten, muszte die 4e Kav.-Division am
frühen Morgen des 11.8 zunachst nach St.-Trond, dann nach Looz
zurück genommen werden, wo sie verblieb".
De 2e Div. wordt op Herck la Ville gedirigeerd, doch door het
niet tijdig binnenkomen van de hierop betrekking hebbende
362