V. Paardenmateriaal in Italië. Aan de rijschool in Pinerolo bevinden zich ongeveer 300 paar den. Ongeveer voor het derde gedeelte zijn dit in het land gefokte volbloeds, over het algemeen zeer elegante modellen met een hoogte van 1,58 1,63. Het is een goede collectie paarden met goede gangen. Al deze paarden hebben op de renbaan geloopen en zijn opgekocht door een commissie, die doorloopend de rennen bezoekt. Het zijn voor treffelijke rijpaarden; zij gaan in het terrein zeer zeker over alle soorten hindernissen. Wat mij het meest opviel was de verbazende rust en kalmte, waarmede die dieren sprongen en galoppeerden. De rest (onge veer 2)3) zijn in Noord- en Zuid-Italië gefokte half- en 3|4-bloed- paarden. Die uit het Noorden zijn klein. Hoogte 1,501,54 M. met veel massa en veel diepte; over het algemeen hebben ze weinig hals en zijn de gangen middelmatig. Zij eigenen zich niet bij zonder tot rijpaard. Ze hebben echter stalen beenen en pezen, goede hoeven, en zijn zeer taai. Van 5- en 6-jarige paarden heb ik buitengewone verrichtingen gezien op het slechtst denkbare terrein, zonder van kreupelheid iets te bespeuren. De paarden uit het Zuiden komen uit de Staatsstoeterij Persano, alwaar gefokt wordt met Arabische volbloedhengsten en Sardi- nische half-bloedmerries. Het zijn paarden met veel bloed en ruim voldoende massa. Verder is er in Pinerolo nog een kleine collectie oude Ieren, nog van voor den oorlog. Door den lagen valutastand is het den Italianen onmogelijk, Ieren aan te koopen, hetgeen men algemeen betreurt. Deze Ieren zijn nog de oude garde, de meesters van de rijscholen te Pinerolo en Tor di Quinto. VI. Voor- en nadeelean der methode. Zooals iedere methode heeft ook de Italiaansche hare voor- en nadeelen. De aanhangers van de oude klassieke rijkunst ver- oordeelen haar ten eenenmale als zijnde louter acrobatiek. De aanhangers van het terreinrijden noemen haar het beste wat er bestaat. Zooals gewoonlijk overdrijven beide. Hier zij nogmaals gezegd, dat de methode niet uitsluitend beoogt spring-paarden te vormen, maar dat de resultaten, door de Italianen met springen behaald, een gevolg der methode zijn. Het groote voordeel der methode is, dat ze vlug en aangenaam leert voor de ruiters en voor de paarden. Het is een eenvoudig rijsysteem zonder gekunsteldheid. Alle overbodigheden zijn weg gelaten en daarom is het een bruikbaar systeem voor middel matige ruiters en minder begaafde paarden; het leidt daarbij tot het doel, dat men zich tegenwoordig stelt. Tijdens mijn verblijf in Italië zag ik in Turijn bij een feestelijke 435

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 15