paarden die „allround" zijn, zoodat daardoor bij hen nog meer
liefhebberij in het rijden zal ontstaan.
De recruten-africhting moet evenzeer op Italiaansche wijze
geschieden om overeenstemming te krijgen met de africhting der
paarden.
Dit gaat vlugger, is aangenamer voor de ruiters en werpt betere
resultaten af. Toekomstige remonteruiters moeten dan nog een
speciale africhting krijgen. Hoelang deze recruten-africhting moet
duren zal de praktijk moeten uitwijzen. In Italië is 6 maanden ruim
voldoende.
Ook hierbij dus een belangrijke besparing, aangezien:
1). de recruten eerder klaar zijn,
2). er minder personeel noodig is voor de africhting.
Wat betreft de africhting der paarden der veldartillerie kan
gezegd worden, dat diezelfde beginselen daarvoor ook gelden.
Alle troepenpaarden worden afgericht volgens Italiaansch systeem.
Ze leeren dus trekken èn den dienst als rijpaard in hun natuurlijk
evenwicht.
Een kleine collectie officierspaarden, die reeds in den aan
vang uitgezocht moet worden, wordt geheel afgericht en gedres
seerd als de officierspaarden der cavalerie. Dus 8 maanden cam-
pagne-africhting en daarna 6 maanden dressuur. Ze komen
nooit voor het stuk en leeren dus nooit trekken.
Hiermede ben ik aan het eind mijner beschouwingen gekomen.
Mochten mijne denkbeelden ooit worden verwezenlijkt, dan zullen
naar mijn vaste overtuiging de bereden wapens daar zeer bij zijn
gebaat en niet het minst de paarden, die deze voorstellen met
vreugde zullen begroeten.
3. NAAR AANLEIDING VAN HET ARTIKEL „HET GEBRUIK
DER CAVALERIE"
door M. Thomson.
Dankbaar slechts kunnen wij zijn voor bovengenoemd artikel,
omdat ons daardoor de gelegenheid wordt geschonken, scherper
omlijnd onze ideeën te verkondigen èn ze te verdedigen.
Het groote verschil tussehen majoor van Riemsdijk en ons ligt
hierin, dat Z.H.E.G. een moderne divisie-cavalerie wil, goed voor
zien van vuurkracht en met offensieven geest bezield, terwijl wij
uitgaan van de gedachte: „Hoe kunnen wij de cavalerie, waarover
wij beschikken, het nuttigst aanwenden?"
Wel, wanneer we bedenken, dat wij moeten werken met pa
trouilles van 5 a 6 man, waar buitenlandsche cavalerie patrouilles
441
l.M.T. 1924, No 6.