Achter de eindstations der beide evacuatielijnen (Kahe en Korogwe) bevonden zich de volgende geneeskundige inrichtingen. temporary hospitals" te Korogwe, Tanga, Mombassa, Voy en Mbuyni, in laatstgenoemde plaats bovendien een „g e neral hospital" met depot voor herstellenden, verder 3 dergelijke inrichtingen (1 voor Britten, 1 voor Z.-Atri- kanen, 1 voor Britsch-lndiërs) te Nairobi, allen boven de organieke sterkte rijkelijk voorzien met inheemsch hulppersoneel. Behalve al deze formaties bezat het Britsche expeditieleger nog 2 h o s p i- t a a 1 s c h e p e n, één gestationneerd te Mombassa, dat iedere maand heen en terug naar de Kaap voer, en één te Dar-es-salam, waar een „Cl. Station" was, voor den dienst op Bntsch-Indie. Midden 1917 moesten hier evenwel tijdelijk 5 hospitaalschepen aan worden toegevoegd. Bij deze geheele opsomming is het z g Meerendetac hemen t", dat de Duitsche kolonie uit het W. binnenviel, niet mede gerekend; dit bezat weder eigen for maties. Ten slotte bevonden zich in de garnizoenen Tanga en Bar-es- salam nog permanente garnizoens hospitalen. 1 e Tanga waren de Europeanen ondergebracht in het vroegere Duitsche hospitaal, waar met materieel uit Engeland een bijzonder ooede operatiezaal was ingericht, terwijl de Indiërs in nevenge bouwen en tenten werden gelegerd, onder gebruikmaking van veld bedden, die, blijkens de beschrijving, geheel met het bij ons ge bruikelijke model overeenkwamen. De schrijver der „Revue be schouwt dit model veldbed blijkbaar als een bijzonder ingenieuse Britsche uitvinding. Te Dar-es-salam was het Hotel „Keer hof" tot een zeer comfortabel hospitaal verbouwd, waarin 50 Z.~ Afrikaansche verpleegsters werkzaam waren en dat gewoonlijk omstreeks 900 patiënten, w. o. 45 officieren, bevatte, allen meestal van het Z -Afrikaansche contingent. De meest voorkomende kwalen waren: malaria, gal, d y s e n t e r i e G e si1 ac hts zie k- t e n kwamen weinig voor, tengevolge der draconische polite maatregelen, w. o. het verbod aan militairen zich na donker uit hun kwartier te begeven. u 0 t Het aantal gewonden is, in verhouding tot het aantal zieken, onbeduidend geweest, hetgeen aan nemelijk is, indien wij aan Lettow's gering aantal geweren denken en dan hooren, dat per week gemiddeld werden opgenomen: 1250 malarialijders, 200 dysenteriepatiënten en 900 lijders aan andere ziekten, totaal 2 3 5 0. Gemiddeld bevatten alle ge noemde inrichtingen te samen permaand. 1 1.2 0 0 1 b.2 u u zieken, te weten 3000 Europeanen (w. o. de Z.-Atrikanen) 2.600 Br.-lndiërs, 1.800 Afrikanen en 3.800 (in Febr.) tot 8.800 (in luli) inheemsche dragers. Gedurende den veldtocht werden als invalide geëvacueerd (tusschen haakjes de aan tallen, die weder in de gelederen terugkeerden): Britten 5000 448

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 28