zichtbaarheid (duisternis, vermomming, maskeering). De beste verdediging voor bombardeervliegtuigen vormen vliegtuigen en maatregelen tegen zichtbaarheid. Het overwicht in de lucht was in Frankrijk doorgaans aan die zijde, welke het initiatief nam tot een beweging in grooten stijl, en een verschijnsel van tijdelijken aard, waarop eenzelfde partij niet doorloopend kon rekenen. En wij hebben geen zekerheid, dat een aanvaller bij een landing zulk een tekort aan gevechtsvliegtuigen en andere verdedigingsmid delen tegen onze bombardeertoestellen zoude hebben, dat deze laatste ongehinderd hun vernielenden arbeid van iedere ge- wenschte hoogte zouden kunnen verrichten. Met heftigheid is betoogd, dat onze havenverdedigingswerken geschrapt behoorden te worden wegens hun kwetsbaarheid van boven. Merkwaardig: kustforten kunnen ongestraft worden ge bombardeerd, maar de vloot, die de vliegtuigen daartoe uitzendt, kan evenzeer ongestraft met luchtbommen worden bewerkt. Deze aanname moet toch, om het minste er van te zeggen, onlogisch heeten. Verliest men dan de omstandigheden geheel uit het oog? Zoowel een slagschip als een stad kan onder zekere omstan digheden met een luciferstokje worden verwoest. Verdedigingswerken op den wal zijn twijfel daaromtrent is uitgesloten minder kwetsbaar dan de schepen, die bommen werpers uitzenden. Is men Zeebrugge, Duinkerken, de GOEBEN vergeten? Helgoland, Gibraltar, de Dardanellen kwamen ongerept uit den oorlog. Wie, behept met gezond verstand, geeft zulke kustversterkingen vrijwillig prijs? Herinnert men zich niet, dat vijftien jaar geleden er enthousiasten waren, die den volke ver kondden, dat de cavalerie ten doode was opgeschreven, omdat de gebroeders Wright er in geslaagd waren, op te stijgen in een machine, zwaarder dan de lucht? Eerst wanneer de praemisse tot feit is geworden, dat legers niet langer over de zeeën of daar onder kunnen worden getransporteerd, of wanneer EMBDEN's zoo vriendelijk mochten zijn, het bombardement van onze kust steden zoolang uit te stellen, totdat de vliegtuigen en de mobiele artillerie, noodig om ze tot onschadelijken afstand terug te drin gen, op het bedreigde punt zullen zijn geconcentreerd, dan en niet eerder kan men eraan denken, de havenversterkingen af te danken. Laten wij, terwijl wij ons warm maken over het overwicht in de lucht (dat, althans bij verrassend optreden, den aanvaller ten deel kan vallen), er ons voor hoeden, de oppervlakte en de diep ten onzer havens over te leveren aan 's vijands vloot. Beheersching der oppervlakte, hetzij van het water of van het land, is voor waarde voor succes in den oorlog. Het kanon in vaste opstelling is noodig op een bepaalde plaats op een moment, onder omstan digheden van zichtbaarheid en weder, gekozen door den vijand en niet door onze in droombeelden opgaande vrienden. Een vast 457

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 37