Zelfs verkenning der kustwateren is hun dan onmogelijk. In don kere nachten is een schip met gedoofde lichten in den oceaan als een speld in den hooiberg. Het plaatje van een schip in poëtisch maanlicht is de werkelijkheid niet. Een kwast inkt over het doek is beter. Het denkbeeld van afzoeken van de wateren met vliegtuigzoeklichten is kinderlijk, nog afgezien van het feit, dat de naar beneden gerichte bundels minder werkzaam zijn dan horizontale. Krachtige bundels uit den wal daarentegen maken het afzoeken van de zee tot op grooten afstand mogelijk. Deze bundels kunnen schepen zelfs zichtbaar maken voor patrouilleerende vlieg tuigen, voordat zij (de schepen) zijn gekomen op den afstand, waarop zij zichtbaar worden voor den waarnemer op den wal. Verlichtingsprojectielen, verschoten uit anti-luchtvaartgeschut, kunnen belangrijk bijdragen tot de waarneembaarheid van het doel. Zoo kunnen vliegtuigen en kustartillerie bij de verdediging samenwerken en elkander aanvullen. Binnen den afstand, waarop doelen uit den wal zichtbaar zijn, doet het kanon het werk. Het is het zekerste instrument. Het vliegtuig neemt waar en vult z.n. het kanonvuur aan door het werpen van bommen. Maar ook zonder zijn hulp zou het kanon zijn doel weten te bereiken. Boven genoemden afstand evenzeer samenwerking. Of draagt niet de zich sterk ontwikkelende anti-luchtvaartartillerie der kustver- sterkingen ertoe bij, dat vloot en vliegtuigen hun taak kunnen verrichten in het rustige gevoel, dat hun basis ook tegen lucht- gevaar beveiligd is? De bombardeervliegtuigen, die de aanvaller evenzeer als de verdediger zal aanwenden, zullen worden ge dwongen hunne bommen van groote hoogte te werpen, ten nadeele van de trefkans op vitale deelen der verdediging te land, die heel wat minder gunstige doelen bieden dan slagschepen. Slagschepen en kustverdedigingswerken zouden niet meer noo- dig zijn! Welaan, laat ons een wijle onderstellen, dat een dei- oorlogvoerenden zoo onverstandig is geweest, land-, zee- en lucht macht „harmonisch" te ontwikkelen, en dat de andere partij, die zoo gelukkig was tijdig de wijsheid in pacht te krijgen, al haar krachten had gegeven aan de luchtvloot. Laat de laatste partij de Vereenigde Staten zijn, die zich aldus in de denkbaar gunstigste positie geplaatst ziet. De aanvaller, onbeholpen en belast met allerlei verouderde ideeën, nadert ten aanval niet alleen met vlieg tuigen, maar met slagschepen, onderzeeërs, destroyers, gevolgd door transportschepen (want een vloot heeft hij niet te vreezen), beladen met troepen van het leger en al den ouden oorlogs rompslomp. Hij is evenwel listig genoeg om gebruik te maken van het voordeel, dat initiatief en weder hem kunnen verschaffen, ten einde zijn aanval verrassend te doen zijn. Wat den verdediger betreft, hangt alles nu af van den uitslag van den luchtstrijd. Voor den aanvaller geldt dit evenwel niet. 459

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 39